Kunstenaars werken voor de rijke bourgeoisie. Beeldhouwkunst lagere status, het is 'maar' handwerk.
Parijse salon populair --> vanaf 1789 openbaar tot aan 19e eeuw toonaangevend.
Kunstenaars kunnen bekendheid verwerven en schilderijen verkopen.
Jury--> alleen schilderijen die voldoen een de academische regels worden getoond. (niet voldaan 'R') uitblinken moeilijk
Kenmerken:
vrouwelijk schoon, lieflijke manier, gladde penseelstreek, afmetingen aan voorgeschreven verhoudingen.
Fotografie wordt uitgevonden; geen kunstvorm, niet opgewassen tegen de kleurrijke schilderkunst. Een groot portret betekend meer status (en kun je aanpassen)