Fictie toetsweek

Fictie toetsweek
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fictie toetsweek

Slide 1 - Slide

Op naar de toetsweek
Onderwerp: Fictie (verhalen)

Leren: Boek A blz. 182 t/m 184 en de PowerPoint die op Classroom staat.

Deze begrippen moet je kunnen toepassen op een verhaal dus er wordt niet letterlijk gevraagd wat de betekenis is.

Slide 2 - Slide

Vandaag:
-Lezen verhaal Off Piste van Corine Koolstra.

Over dit verhaal gaat de toets in de toetsweek.
Deze week lezen we elke dag drie bladzijdes.

Doelen van deze les: je weet wat hoofd- en bijfiguren zijn en weet kunt deze beschrijven.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opdracht 1:
Wie is de hoofdpersoon in jouw boek?
Waarom?
Wat weet je over deze hoofdpersoon?

Maak deze opdracht in Classroom.

Slide 9 - Slide

Ik kan hoofdpersonen en bijfiguren onderscheiden en beschrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Welkom!

Slide 11 - Slide

Wat is het verschil tussen hoofd- en bijpersonen in een verhaal?

Slide 12 - Open question

Vandaag:
We lezen weer drie bladzijden uit 'Off Piste'

Doelen: 

- Je kent het verschil tussen realistische en niet-realistische verhalen

Slide 13 - Slide

Realistisch of niet?
Zou het verhaal echt gebeurd kunnen zijn of niet?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Terwijl hij op de rug van de duif over de daken van Amsterdam zweefde, zag Wiplala de mensen beneden steeds kleiner worden.
A
Realistisch
B
Niet realistisch

Slide 18 - Quiz

Opdracht 2
Hoe realistisch is het boek dat jij leest?
Leg je antwoord uit in het document op Classroom.

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Bestudeer blz. 24 BOEK A

Slide 20 - Slide

Welkom!
Vandaag de laatste drie bladzijden lezen.

Doelen: je weet wat beoordelingswoorden zijn en je kunt je leeservaring beschrijven.

Slide 21 - Slide

Geef je mening over een film of serie die je de afgelopen week hebt gezien.
Noteer je mening in een hele zin.

Slide 22 - Open question

Mening
Een mening is persoonlijk. Met een mening uit je wat je vindt. 

Je herkent een mening aan 'ik vind', 'naar mijn mening' of 'mijn mening is'. 

Slide 23 - Slide

Beoordelingswoord
Je gebruikt een beoordelingswoord om je mening te uiten.

Voorbeelden van beoordelingswoorden: 
mooi, grappig, saai, spannend, eng, realistisch, ouderwets, modern, langdradig, voorspelbaar, verrassend, kinderachtig, ingewikkeld.


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wanneer je je mening geeft, gebruik je beoordelingswoorden. Noem minstens drie beoordelingswoorden.

Slide 29 - Open question

Argumenten
Bij een mening geef je een argument.
Een argument is uitleg en ondersteuning bij jouw mening.
Een mening zonder argument is niets waard!

Dus NIET: Ik vind het stom, want ja het is stom...

Je herkent een argument aan 'want' en 'omdat'. 

Slide 30 - Slide

Dus...
Een mening bestaat uit: 
1. ...
2. ...

Slide 31 - Slide

Dus...
Een mening bestaat uit: 

1. een beoordelingswoord
2. een argument

Slide 32 - Slide

Ik vind het verrassend,
Ik vind het saai,
Ik vind het lastig, 
Ik vind het realistisch,
omdat ik het einde niet kon voorspellen
want ik wist al hoe het af zou lopen
want ik ken veel woorden niet
want ik kan mij goed voorstellen hoe de hoofdpersoon zich voelt

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Video

Wat vind je van deze trailer?
Gebruik twee beoordelingswoorden + argumenten.

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Video

Wat vind je van deze trailer?
Gebruik twee beoordelingswoorden + argumenten.

Slide 37 - Open question

Opdracht 3
Beschrijf je leeservaring aan de hand van beoordelingswoorden.

Dit doe je in Classroom, in het document.

Slide 38 - Slide

Huiswerk:
Boek A:
Lezen verhaal "Katvis" op blz 18 t/m 20.
Maken opdracht 12a op blz. 25
Bestuderen gele theorieblok op blz. 25

Dit is al je voorbereiding op de toets in de toetsweek.

Slide 39 - Slide

Welkom allemaal!
Wat weten we al:
- beschrijven hoofd- en bijfiguren in een verhaal
- realistische verhalen versus niet-realistische verhalen
- je mening geven aan de hand van beoordelingswoorden

Slide 40 - Slide

Noem een aantal beoordelingswoorden

Slide 41 - Open question

Uit welke twee delen bestaat het geven van je mening?

Slide 42 - Open question

Vandaag:
De tijd in verhalen

Slide 43 - Slide

Vandaag:
Spanning in verhalen

Slide 44 - Slide