What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Th 1 Stofwisseling in de cel bs 2 Enzymen
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Biologie / Verzorging
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
wat zijn enzymen?
eiwitten (denk aan hoofdstuk DNA)
organische reactieversnellers --> biokatalysatoren
specifiek
gevoelig
worden
niet
verbruikt!!
namen eindigen op -
ase!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
substraat
de stof waarop het enzym inwerkt en dus omgezet gaat worden
enzym
eiwitten die chemische reacties katalyseren
(bio)katalysator
stof die een chemische reactie kan versnellen zonder te worden verbruikt (dus gaat niet op)
(reactie)product
de stof die bij een reactie ontstaat
Slide 7 - Slide
De naam zegt iets over het substraat
Slide 8 - Slide
Bij welke processen werken enzymen?
BINAS tabel 82E
Je ziet vaak in de naam:
"welke reactie katalyseert het enzym" -ase
Slide 9 - Slide
Animatie werking enzym
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat zijn de bouwstenen van eiwitten?
A
Sachariden
B
Glycerol
C
Vetzuren
D
Aminozuren
Slide 14 - Quiz
Een eiwit is altijd een enzym
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Wat zorgt ervoor dat een eiwit de vorm krijgt die hij uiteindelijk heeft?
Slide 16 - Open question
Hoe heet het deel van het enzym waar de reactie plaatsvindt?
Slide 17 - Open question
Wat betekent het dat enzymen specifiek werken?
A
Een enzym kan maar bij één temperatuur werken
B
Een enzym kan maar bij één pH werken
C
Een enzym kan maar één stof afbreken
D
Een enzym kan maar één keer gebruikt worden
Slide 18 - Quiz
Welke bewering klopt over de enzymactiviteit en de enzymconcentratie bij temperaturen P, Q en R?
A
Bij alle drie de temperaturen is de enzymconcentratie gelijk.
B
Tussen P en Q neemt de activiteit toe, omdat de concentratie van het enzym toeneemt.
C
Tussen Q en R neemt de activiteit af, omdat de concentratie van het enzym afneemt.
Slide 19 - Quiz
Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit?
A
x (rood)
B
y (groen
C
z (paars)
Slide 20 - Quiz
Als een enzym gedenatureerd is betekent dat dat het enzym:
A
opgebruikt is
B
uit elkaar gevallen is
C
dood is
D
van vorm veranderd is
Slide 21 - Quiz
Leg uit waarom de vertering van zetmeel stopt zodra het mengsel van zetmeel met amylase uit het speeksel in je maag arriveert.
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
More lessons like this
H5 - TH 1 - BS2
September 2024
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
H5 - TH 1 - BS2
August 2023
- Lesson with
45 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
H5 - TH 8 - BS2
October 2024
- Lesson with
37 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5H Herhaling enzymen en oefenvragen
November 2024
- Lesson with
18 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
H5 - TH 1 - BS2
August 2023
- Lesson with
32 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Bs 3 + 4
September 2023
- Lesson with
28 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
V5 - TH3 - BS2
March 2023
- Lesson with
33 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
T3B2 enzymen
September 2021
- Lesson with
50 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5