This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Ordening
les 3 vragen maken
Slide 1 - Slide
Welke celkenmerken komen voor bij de cellen van een dier?
A
Celwand en celkern
B
Bladgroenkorrels, celwand en celkern
C
Celwand
D
Celkern
Slide 2 - Quiz
Welke celkenmerken komen voor bij de cellen van een plant?
A
Celwand en bladgroenkorrels
B
Celwand, celkern en bladgroenkorrels
C
Celkern en bladgroenkorrels
D
Celwand en celkern
Slide 3 - Quiz
Een lijger komt voor wanneer een tijger en een leeuw samen voortplanten. Lijgers zijn onvruchtbaar. Horen tijgers en leeuwen tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Zijn bacteriën ééncellige of meercellige organismen?
A
Eencellig
B
Meercellig
C
Eencellig en meercellig komen beide voor
Slide 5 - Quiz
Bacteriën en schimmels breken dode resten van organismen af, hierbij ontstaan voedingsstoffen voor planten. Hoe noemen we bacteriën en schimmels daarom ook wel?
A
Reducenten
B
Consumenten
C
Producenten
Slide 6 - Quiz
Hiernaast zie je een kever. Welk type skelet heeft een kever?
A
Inwendig
B
Uitwendig
C
Geen skelet
Slide 7 - Quiz
Een kwal heeft geen skelet, is veelzijdig symmetrisch en leeft in het water. Bij welke stam van de dieren hoort een kwal?
A
Sponzen
B
Holtedieren
C
Stekelhuidigen
D
Wormen
Slide 8 - Quiz
Hiernaast zie je organismen. Welke klasse van de gewervelden hebben zij en aan welke kenmerken zie je dit? Noem er 2.
Slide 9 - Open question
Hiernaast zie je een kikker, deze hoort tot de klasse van de amfibiën. Hoe ademen de kikkervisjes?
A
Longen
B
Via de huid
C
Kieuwen
Slide 10 - Quiz
Tot welke klasse hoort het organisme dat hiernaast staat weergegeven?
A
Holtedieren
B
Sponzen
C
Geleedpotigen
D
Gewervelden
Slide 11 - Quiz
Hiernaast zie je een naaldboom, tot welke stam van de planten behoort die?
A
Mossen
B
Paardestaarten
C
Varens
D
Zaadplanten
Slide 12 - Quiz
Het vogelbekdier is lastig in te delen. Het heeft eigenschappen van verschillende klassen. Welk kenmerk van de zoogdieren zie je bij het vogelbekdier?
A
Snavel
B
Klauwen
C
Haren
Slide 13 - Quiz
Bacteriën planten zich voort door deling. Pak je rekenmachine en voer de volgende opdracht uit. Een bacteriesoort deelt zich iedere 15 minuten. Hoeveel bacteriën heb je na 2 uur uit 1 bacterie?
A
128
B
256
C
512
D
1024
Slide 14 - Quiz
Bij welke stam van de planten liggen er sporenhoopjes aan de onderkant van bladeren?
A
Mossen
B
Paardenstaarten
C
Varens
D
Zaadplanten
Slide 15 - Quiz
Hiernaast zie je een appelboom. Tot welke klasse van de planten behoort deze?
A
Naaktzadigen
B
Bedektzadigen
Slide 16 - Quiz
Noem 1 voorbeeld waarbij schimmels gebruikt worden om voedingsmiddelen te maken. Noem het voedingsmiddel.
Slide 17 - Open question
Slakken en mossels hebben een uitwendig skelet in de vorm van een huisje of schelp. Ze zijn tweezijdig symmetrisch.
Tot welke stam horen deze organismen?
A
Wormen
B
Weekdieren
C
Sponzen
D
Geleedpotigen
Slide 18 - Quiz
Een pissebed heeft 14 poten. Tot welke klasse van de geleedpotigen behoort de pissebed?
A
Duizendpoten
B
Kreeftachtigen
C
Spinachtigen
D
Insecten
Slide 19 - Quiz
Spinnen horen niet bij de insecten aan welk kenmerk kun je dit zien?