Feiten, meningen en argumenten P4

Nederlands les 1 P4
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands les 1 P4

Slide 1 - Slide

Programma van deze les
- Klachten
- Soorten klachten
- Voorbeelden van klachten

Slide 2 - Slide

Prachtige klachten


1.  Ze zouden topless zonnebanden niet moeten toestaan op het strand. 
Het was erg afleidend voor mijn man die gewoon wou relaxen.

2. .We boekten een excursie naar een waterpark, maar niemand heeft ons verteld dat we onze eigen zwemkleding en handdoeken mee moesten nemen. We gingen er vanuit dat dat bij de prijs in zat.

3. Het strand was te zanderig. We moesten alles schoonmaken toen we teruggingen naar onze hotelkamer.

Slide 3 - Slide

Klachten
Een klacht kun je zien als iedere uiting van ontevredenheid van de klant over de producten en diensten van jouw bedrijf.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wie heeft wel eens een klacht geuit aan een bedrijf over een product of dienst?

Slide 6 - Slide

Objectieve en subjectieve klachten
  1. Objectieve klacht
    een klacht die gebaseerd is op feiten.
    > een klant komt er achter dat er te weinig producten zijn geleverd.

  2. Subjectieve klacht
    een klacht die gebaseerd is op een mening.
    > de kleur van het product is niet naar wens.

Voor beide soorten klachten geldt wel dat zij altijd serieus genomen moeten worden!

Slide 7 - Slide

Redelijke en onredelijke klachten
  1. Redelijke klacht
    de klacht is terecht.
    > verkeerde maat geleverd.

  2. Onredelijke klacht
    de klacht is niet terecht.
    > De klant heeft iets verkeerd met het artikel gedaan en wil de winkelier de schuld geven.

Slide 8 - Slide

Opdracht
Bekijk de klachten : 
  • is de klacht objectief of subjectief?
  • is de klacht redelijk of onredelijk? 

Slide 9 - Slide

Klacht 1
De klant heeft een serviesset in een filiaal gezien en wilde het servies meteen aanschaffen. In het filiaal was het alleen niet meer op voorraad, waardoor de klant het online heeft besteld. Toen de klant de serviesset thuis geleverd kreeg, bleek er een bord beschadigd te zijn. 

Slide 10 - Slide

Klacht 2
Een klant wil in een winkel een nieuwe JBL-koptelefoon aanschaffen. Deze blijkt niet in voorraad, dus wordt de klant geadviseerd om via de webshop te bestellen. Na een aantal dagen ontvangt de klant een koptelefoon, het lijkt er echter op dat deze al gebruikt is. De originele verpakking is aangebroken en de koptelefoon lijkt in de doos gepropt te zijn.  

Slide 11 - Slide

Klacht 3
Je hebt 20 sportbroeken besteld via de website van Gymshark om door te verkopen. Op de foto leken de broeken zwart. Bij levering blijken de broeken echter donkergrijs te zijn. Bij de vermelding op de site stond geen kleur vermeld. 

Slide 12 - Slide

Klacht 4
Een klant heeft een koffiezetapparaat gekocht in de winkel. Na twee weken komt hij met het hele apparaat in de winkel en klaagt over de smaak van de koffie. Hij wil het apparaat teruggeven en het aankoopbedrag terug.  

Slide 13 - Slide

Klacht 5
Voor de bruiloft van je zus eind december heb je buitenverlichting besteld om de tuin mee te versieren. De levering van de buitenverlichting laat op zich wachten; de levertijd van twee weken is inmiddels verlopen en de bruiloft van je zus nadert. Als je telefonisch contact zoekt met het bedrijf, blijkt dat zij maar niet bereikbaar zijn. Uit voorzorg schaf je maar bij een ander (fysiek) bedrijf verlichting aan. Een dag voor de bruiloft van je zus wordt er alsnog de verlichting geleverd door het eerste bedrijf, dit is 2 dagen nadat de levertijd is verstreken.  

Slide 14 - Slide

Opdracht 
Kies een klacht uit de voorgaande klachten of je eigen klacht Schrijf een nette, zakelijke reactie op deze klacht, 
Bied in je brief/e-mail een oplossing aan!

Slide 15 - Slide

Opdracht 
Denk aan de conventies (inleiding, kern slot) 
Je taalgebruik (formeel)
Spelling, grammatica (werkwoorden juist geschreven? 

Slide 16 - Slide


Waar moet je nog meer
op letten/in je brief benoemen?

Slide 17 - Mind map

Waar moet je verder op letten/in je brief benoemen? 
Begrip tonen
Probleem benoemen
Oplossing aandragen

Slide 18 - Slide

Nederlands les 2

Slide 19 - Slide

Programma van deze les
- Feiten, meningen en argumenten
- Drogredenen
- Schrijf een reactie op de klacht

Slide 20 - Slide

Feiten, meningen en argumenten

Slide 21 - Slide

De inflatie in Nederland was in oktober 16,8 procent.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 22 - Quiz

Feiten
FeitControleerbaar: waar of niet waar.  

Te bewijzen met bijv. cijfers, percentages, wetenschappelijk onderzoek.


Slide 23 - Slide

Het is vandaag koud buiten.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 24 - Quiz

Mening
MeningPersoonlijk: je bent het ermee eens of oneens. Niet te controleren

Signaalwoorden ik vind, naar mijn mening, mijn standpunt is

Slide 25 - Slide

Mensen zouden de auto vaker moeten laten staan,....
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 26 - Quiz

...,want benzine en diesel is slecht voor het milieu.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 27 - Quiz

Argument
ArgumentOnderbouwing bij een mening / aannemelijk maken mening.

Signaalwoorden als omdat, want, namelijk, immers

Slide 28 - Slide

Er zijn twee soorten argumenten
  1. Objectieve argumenten
    controleerbaar en daarmee waar of niet waar.
    >>> Feiten / onderzoek / wetenschap /  algemene normen en waarden.

  2. Subjectieve argumenten
    niet-feitelijke uitspraken die in meer of mindere mate aannemelijk zijn. 
    >>> vermoedens, persoonlijke waardeoordelen, geloofsovertuiging

Slide 29 - Slide

Je kunt beter geen vlees eten, want…

Objectief
Subjectief
het is zielig voor de dieren.

De veehouderij draagt wereldwijd voor 18% bij aan de uitstoot van broeikasgassen.
Je laat zien dat je een intelligent mens bent met compassie voor de wereld om je heen.


Vleesvervangers smaken net zo lekker.

Voor elke kilo vlees heeft het dier wel 2-7 kilo voer gegeten. We kunnen veel meer mensen voeden als we direct het graan en de soja eten.


Slide 30 - Drag question

Drogredenen
Dit zijn foute argumenten of redeneringen.


Deze argumenten of redeneringen kunnen aannemelijk en geloofwaardig lijken, maar dat zijn ze niet. 

Er zijn verschillende soorten drogredenen, in de volgende video zie je er een aantal.





Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Opdracht
  • Groepjes (genummerd)
  • Elk groepje krijgt een drogreden toegewezen. 
  • Leg uit wat de drogreden inhoudt
  • Geef twee concrete voorbeelden van de drogreden

Slide 33 - Slide

Alcohol drinken is helemaal niet ongezond. Mijn opa dronk iedere dag een glas jenever en hij is 98 jaar geworden.
A
Geldig argument
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Generalisatie
D
Persoonlijke aanval

Slide 34 - Quiz

5G moet zo snel mogelijk verdwijnen, want sinds we 5G hebben, zijn er coronabesmettingen.
A
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
Cirkelredenering
C
Bespelen van het publiek
D
Persoonlijke aanval

Slide 35 - Quiz

Mark Rutte kan wel zeggen dat bij ziekte van één gezinslid de andere gezinsleden thuis moeten blijven. Hij heeft zelf niet eens een vrouw en kinderen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Generalisatie
D
Persoonlijke aanval

Slide 36 - Quiz

Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo.
A
Cirkelredenering
B
Onjuist beroep op autoriteit
C
Generatisatie
D
Persoonlijke aanval

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide