HV2 - present perfect

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

present perfect

Slide 2 - Slide

Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd



Slide 3 - Slide

Present perfect
iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Has/have + voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

SIGNAALWOORDEN - FIJNE JAS!
  • F   for - (nu) al
  • Y   yet - al (in vraagzinnen)
  • N   never - (nog) nooit
  • E   ever - ooit

  • J   just - net
  • A   already - al
  • S   since - sinds

Slide 5 - Slide

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
has / have + voltooid deelwoord

Slide 6 - Quiz

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
however / although / always
D
when / how / always

Slide 7 - Quiz

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat hasn't caught a mouse since last year.
C
My dog never catches anything.
D
Did you get caught?

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

___ you ever ___ (live) in China before?
A
Have lived
B
Has lived

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

The dogs ___ ___ (not - eat) anything for three days.
A
haven't ate
B
hasn't ate
C
haven't eaten
D
hasn't eaten

Slide 10 - Quiz

Ik weet wanneer ik de present perfect moet gebruiken.
A
yes
B
not
C
sort of

Slide 11 - Quiz

Ik weet hoe ik de present perfect schrijf (hoe het eruit ziet)?
A
yes
B
not
C
sort of

Slide 12 - Quiz

Extra oefenen met 
de Present Perfect?

De rest gaat verder met het beantwoorden van opdracht 1 op pagina 235. 


Slide 13 - Slide

Phrasal Verbs

Slide 14 - Slide