Persoonlijk voornaamwoord (PSV)
- verwijst meestal naar één of meer personen
- het staat vaak in de plaats van een zelfstandig naamwoord
Persoonlijk voornaamwoord:
- onderwerpsvorm:
ik, jij, je, u, hij, zij, ze, het, wij, we, jullie
- voorwerpsvorm:
mij, me, jou, je, u, hem, haar, het, ons, julie, hun
hen, ze