Thema 8 - hoofdstuk 1 (deel 1)

Doel van de les
Aan het einde van de les heb je geoefend om Engelse woorden, binnen het thema geld, te vertalen naar het Nederlands.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doel van de les
Aan het einde van de les heb je geoefend om Engelse woorden, binnen het thema geld, te vertalen naar het Nederlands.

Slide 1 - Slide

Engels thema 8 - GELD

Slide 2 - Slide

Schrijf in het Nederlands op wat jij zou
zeggen of denken als iemand in deze
auto door jouw straat rijdt.

Slide 3 - Open question

Wat kost deze auto, denk je?

Slide 4 - Open question

Zou jij zo'n auto willen hebben?
Ja, ik zou graag zo'n auto willen hebben, omdat...
Nee, ik zou NIET graag zo'n auto willen hebben omdat...

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Welke zin past het best
bij de foto?
A
This is a cashpoint
B
This is really expensive
C
This is a nice purse for you

Slide 7 - Quiz

Welke zin past het best
bij de foto?
A
Here are many coins
B
Look at this cashpoint
C
I don't pay cash

Slide 8 - Quiz

Welk woord past
het best bij de foto?
A
coins
B
makes
C
purse

Slide 9 - Quiz

Welke zin past
het best bij de foto?
A
Her eyes are open
B
A lady minus one eye
C
Her eyes are good

Slide 10 - Quiz

Luister naar het geluidsfragment

Slide 11 - Slide

Wat vraagt de jongen aan Ruby?

Slide 12 - Open question

Wat heeft Ruby bij zich aan geld?
A
1 muntstuk
B
1 euro
C
3 euro

Slide 13 - Quiz

Waarom wil Ruby naar de supermarkt?

Slide 14 - Open question

Waarom leent Ruby hem geen geld?

Slide 15 - Open question

Wat is de vertaling?
did you pay
rich
on me
purse
buy
expensive
debit card
cash
cheap
Betaalde jij?
Bij me
Contant
Duur
Goedkoop
Kopen
Pinpas
Portemonnee
Rijk

Slide 16 - Drag question

Zelfstandig aan de slag!
1. Inloggen studiemeter
2. Engels vooraf online
3. Thema 8 Geld
4. Extra oefeningen
5. Woorden meerkeuze Engels - Nederlands


het best bij de foto?


Slide 17 - Slide

Je bent klaar met de les
Wat ging er goed en wat kon beter?

Slide 18 - Slide