Voorbeelden met het woord overeenkomst
Tussen een appel en een peer is er een duidelijke overeenkomst: het zijn allebei vruchten.
(Je laat zien wat ze gemeen hebben.)
Jij en ik hebben een overeenkomst: we houden allebei van gamen.
(Je benoemt iets wat jullie allebei hebben of doen.)
De overeenkomst tussen een film en een boek is dat ze allebei een verhaal vertellen.
(Je vergelijkt twee dingen en benoemt wat hetzelfde is.)