20181210 leesvaardigheid H3B en H3C

Leesvaardigheid
Laat je mobiele telefoon in je tas
Pak je schrift alvast
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leesvaardigheid
Laat je mobiele telefoon in je tas
Pak je schrift alvast

Slide 1 - Slide

"Dress like elves"

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Programma

Wat kun je verwachten op de toets?

Ruimte voor vragen

Doel

Je kent de termen die horen bij leesvaardigheid.

Je weet waar je nog aan moet werken

Slide 4 - Slide

Je kunt leesstrategieën toepassen

Je kunt vragen bedenken bij een leesstrategie
Je weet waar je op moet letten

Slide 5 - Slide

Waar gaat dit over?
'Tieners keren …….. de rug toe'
F…… lijkt zijn populariteit onder tieners te verliezen. Minder dan de helft van de Amerikaanse tieners tussen de dertien en negentien jaar oud zegt het ..ia.e …ium nog te gebruiken.
In de lente van 2014, toen het vorige onderzoek werd gedaan, zei nog 72 procent van de tieners F……. te gebruiken. Dat percentage is nu gekelderd naar 45 procent.
F……. valt daarmee van de eerste naar de derde plaats. Op nummer één en twee staan respectievelijk I……am (een stijging van 69 procent naar 76 procent) en .wit… (een daling 63 procent naar 59 procent).
Ook moet worden vermeld dat I……am eigendom is van F……. Voor het bedrijf zelf maakt het dus niet ontzettend veel uit.

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp?
A
Facebook is minder populair onder jongeren
B
Facebookgebruik onder jongeren
C
jongeren

Slide 7 - Quiz

Je kunt tekstdoelen/-soorten/-vormen onderscheiden
Je kunt bij een tekst aangeven wat het tekstdoel is, met welke tekstsoort je te maken hebt en wat de tekstvorm is.

Slide 8 - Slide

Geef aan
a) wat het belangrijkste doel is van de schrijver;
b) wat de tekstsoort is;
c) welke tekstvorm de schrijver gebruikt.

Slide 9 - Slide

Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte vaststellen

Slide 10 - Slide

Je kent de kenmerken en de opbouw van een informatieve tekst

Slide 11 - Slide

Je kent de kenmerken en opbouw van een alinea

Voorbeeldvraag
Wat is de kernzin van alinea 2?

Slide 12 - Slide

Je kent tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 13 - Slide

Tekstverbanden:

Concluderend

Redengevend

Tegenstellend

Opsommend
timer
1:30
toch
en
nog
maar
dus
want
concluderend
omdat

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Je kent de functies van een tekstgedeelte

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Je begrijpt woorden, zinnen, alinea's en tekstdelen
Voorbeeldvragen
Leg uit waarom de schrijver dit zegt.
Waar verwijst 'dat' naar?
Wat betekent ### in de context van de alinea?

Slide 18 - Slide

Resumerend
Lees goed
Leer de theoretische delen (pagina's Talent)
Ga door met oefenen

Je krijgt 10 vragen over een tekst (15 punten, 8 punten = 5,8)

Slide 19 - Slide

Zelfstandig leren
Je leert zelfstandig en in stilte (10 minuten volledig stil)

Vragen? Ik loop langs. Dan kun je de vraag stellen.


timer
10:00

Slide 20 - Slide