12. 3 mrt: werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Op tafel:

• laptop
• map
• pen
• Oefenboek

Welkom vwo 3

• Jas uit en over je stoel. 
  
• Tas van tafel.
• Oortjes en telefoon in je tas. 

Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?

gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456

wachtwoord: j123456

Vandaag maandag 3 maart: 

• Numo: al gedaan
• Werkwoordspelling
• Plot, tijd, ruimte

Periode 2 

Oefenboek	Handboek
Hst 2 Fictie en werkelijkheid A , C , D, F*	Taal en Cultuur - Verhalen hst 12 Taalgebruik- hst 19: contaminatie, lange zinnen. Verhalen - hst 8-10: Plot en andere literaire begrippen
Hst 5 Vermaken & ontroeren A , C , F*	Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15 Taalgebruik- hst 18: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio
Werkwoordspelling B Hoofdletters en leestekens D	Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 Taalverzorging - Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Planning periode 2

F*: zelfstudie

Communiceren doe je samen 2

Werkwoorden

Communiceren doe je samen 2

Werkwoorden: 

• Tegenwoordige tijd
• Verleden tijd
• Voltooide tijd
• Onvoltooide tijd

Communiceren doe je samen 2

Tegenwoordige tijd: 

• Stam 

of 

• Stam + t

Communiceren doe je samen 2

Verleden tijd: 

• Sterke werkwoorden

>> stam verandert

• Zwakke werkwoorden

>> soft ketchup

Persoonsvorm verleden tijd

soft ketchup

Communiceren doe je samen 2

Aan de slag: 

pg 138 opdracht 3a-e

Schrijf alleen de antwoorden van de werkwoorden op. 

Let op: zin 1a: Het is beter om ten halve te (verhaspelen) dan ten hele te (verdraaien).

Nakijken opdracht 3a-e

• a verhaspelen, 
• verdraaien
• b wordt, 
• gegeten, 
• opgediend
  
• c houdt / hield
• durft / durfde
  
• d brandt / brandde
• mag / mocht
• staat / stond
  
• e luchtte, toevertrouwd

Communiceren doe je samen 2

Voltooide tijd: iets is gedaan/gebeurd

• hebben/zijn/worden > persoonsvorm
• + soft ketchup > voltooide tijd
• ge / be / ver / ont

Communiceren doe je samen 2

Voltooide tijd: iets is gedaan/gebeurd

Voorbeeld 1:

• Vannacht zijn er twee bomen (omwaaien).
• zijn > persoonsvorm
• twee bomen > onderwerp
• omwaaien > voltooide tijd > + ge + soft ketchup >
• omgewaaid 

Communiceren doe je samen 2

Voltooide tijd: iets is gedaan/gebeurd

Voorbeeld 2:

• Ze heeft de hele vloer (schrobben). 
• heeft > persoonsvorm
• Ze > onderwerp
• schrobben > voltooide tijd > + ge + soft ketchup >
• geschrobd

Communiceren doe je samen 2

Onvoltooide tijd: iets is nog bezig

• hele werkwoord + d

Communiceren doe je samen 2

Onvoltooide tijd: iets is nog bezig

Voorbeeld 1:

• Nadenkend fietste Jan naar huis. 
• Jan denkt na en fietst naar huis.
• nadenken + d

Voorbeeld 2: 

• Mokkend kwam Mike binnen. 
• Mike mokt en komt binnen. 
• mokken + d

Communiceren doe je samen 2

Oefenen: 

https://www.cambiumned.nl/werkwoordspelling/voltooid-en-onvoltooid-deelwoord/

Maak oefening 1. 

Let op: soms moet je geen werkwoord invullen maar een bijvoeglijk naamwoord.