Leesvaardigheid - H1 en 2 (vaste tekststructuren) les 1

Leesvaardigheid
Deze les…
…leer je waarom teksten vaak een vaste structuur hebben.


Boek: H1 en H2


Pak alvast je boek + schrift erbij
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid
Deze les…
…leer je waarom teksten vaak een vaste structuur hebben.


Boek: H1 en H2


Pak alvast je boek + schrift erbij

Slide 1 - Slide

Afspraken voor lezen:
  • vast leesuurtje in de week (vrijdag)
  • teksten lezen die we interessant vinden 

Slide 2 - Slide

Wat wordt er van jou verwacht?
Je verbetert je leesvaardigheid door veel te lezen.
Je leert theorie om teksten beter te kunnen begrijpen.
Toetsweek november: leestoets (tekst lezen + vragen beantwoorden). Theorie: 
  • Vaste tekststructuren (H1&2)
  • Argumentatie (H3&4)
  • Herhaling/de basis (De brug)

Slide 3 - Slide

Theorie helpt
Vandaag: theorie H1 en H2
Vaste tekststructuren

Slide 4 - Slide

Opdracht - experts

Doel: iedereen weet welke tekststructuren er zijn en wat er in de tekst gebeurt bij die structuur.
Jullie groep is expert van één vaste tekststructuur. In het boek staan er in totaal 7. 
Zoek deze dingen uit:
  1. Waarom wordt de structuur zo genoemd?
  2. Verzin een voorbeeld van een tekst bij de structuur. Vul hiervoor het schema in van wat in inleiding-middenstuk-slot staat. (zie boek lezen H1 en H2) 

Presenteer jullie tekststructuur aan de rest van de klas. Spreek af wie wat gaat zeggen.
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Voorbeeld bij verklaringsstructuur
Inleiding: verschijnsel: in de herfst worden de bomen kaal.
Middenstuk: kenmerken / voorbeelden: blad aan de bomen wordt eerst bruin/rood/oranje. Daarna vallen ze eraf.
verklaring(en) / oorzaak/oorzaken / reden(en): in de winter wordt het kouder; een boom heeft niet genoeg voedsel; blaadjes eraf scheelt energie
Slot: samenvatting of conclusie: bomen worden in de herfst kaal omdat ze energie moeten sparen



Slide 6 - Slide

Probleem-oplossingsstructuur

Slide 7 - Slide

Verklaringsstructuur

Slide 8 - Slide

Verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 9 - Slide

Argumentatiestructuur

Slide 10 - Slide

Aspectenstructuur

Slide 11 - Slide

Voor- en nadelenstructuur

Slide 12 - Slide

Vraag- en antwoordstructuur

Slide 13 - Slide

Opdracht – individueel – huiswerk voor woensdag
Pak een krant of tijdschrift en zoek een tekst die je interessant lijkt (ong. 1 A4 lang) 

Lees de tekst intensief door. Noteer in je schrift:
  1. Titel, schrijver, bron en datum.
  2. Wat is het onderwerp van de tekst?
  3. Wat is de hoofdgedachte?
  4. Wat is de inleiding - middenstuk - slot? Noteer eerste en laatste twee woorden.
  5. Heeft de tekst een vaste structuur? Probeer die te achterhalen en noteer de naam van de structuur. Check hiervoor je boek, H. 1 en 2.
  6. Maak een schematische samenvatting van de tekst. Doe dit door een schema te maken met de onderdelen uit de vaste tekststructuur + in steekwoorden wat er in de tekst staat.
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Checkout: welke vaste teksstructuren zijn er?

Slide 15 - Slide

Verder deze week:
woensdag: spelling
donderdag: poëzie
vrijdag: leesboek lezen

Slide 16 - Slide