NN6 - hv1 - spelling h1

Welkom 1F!
                            Hans zei Grietje zal ik vandaag
                            mijn nieuwe rokje aantrekken?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 1F!
                            Hans zei Grietje zal ik vandaag
                            mijn nieuwe rokje aantrekken?

Slide 1 - Slide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
- Stil lezen / boekopdracht
- Uitleg spelling H1: hoofdletters en leestekens
- Opdrachten maken

Leerdoelen:

Huiswerk donderdag 28 oktober:
- Maak Spelling H1, blz. 34-35: opdracht 1 t/m 5
- Lever je boekdoos in

Slide 2 - Slide

Hoofdletters en leestekens
Wat weet je al/nog?

Slide 3 - Mind map


  • Start met een hoofdletter
  • Geef aan dat de zin ten einde is: 
      punt, vraagteken, uitroepteken. 
Hoe begin en eindig je een zin?

Slide 4 - Slide

Welk leesteken komt hierachter?

Vind jij leestekens moeilijk
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 5 - Quiz

  • Begin van de zin.
  • Namen : Overijssel, Lindelaan, Ichthus College, Eva, Aldi
  • Let op! Tussenvoegsels bij namen alleen als voornaam of voorletter ontbreekt: Jan van de Hoek en meneer Van de Hoek, mevrouw J. de Graaf - van Dillen, mevrouw De Graaf - van Dillen
  • Woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Kamper ui, Limburgse vlaai
  • Let op! Maanden, seizoenen, dagen en windstreken krijgen géén hoofdletter: februari, zomer, maandag, oosten



Wanneer een hoofdletter?

Slide 6 - Slide

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

De plaatsnaam zet je in
A
kleine letters
B
hoofdletters
C
alleen eerste letter hoofdletter

Slide 8 - Quiz

Hoe schrijf je de naam van de maand?
A
Eerste letter met een hoofdletter
B
Helemaal in kleine letters
C
Eerste en laatste letter met een hoofdletter
D
Helemaal in hoofdletters

Slide 9 - Quiz

Welke naam is goed gespeld?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw De Boer
B
mevrouw De Boer
C
mevrouw De Boer
D
mevrouw de boer

Slide 10 - Quiz

Welke naam is goed gespeld?
(niet aan het begin van de zin)
A
Mevrouw j. De Boer
B
mevrouw J. De Boer
C
mevrouw j. De Boer
D
mevrouw J. de Boer

Slide 11 - Quiz

Wat is goed gespeld?
(niet aan het begin van de zin)
A
in het Noordoosten
B
in het noordoosten
C
in het NoordOosten
D
in het noordOosten

Slide 12 - Quiz

Wat is goed gespeld?
(niet aan het begin van de zin)
A
Zuid-Limburg
B
zuid-Limburg
C
zuid-limburg
D
Zuid Limburg

Slide 13 - Quiz

Punt, vraagteken, uitroepteken, komma

Komma:
- tussen twee persoonsvormen
- voor verbindingswoorden (daardoor - omdat - want ...)
- Na een uitroep. 'Hé, dat is mijn chocoladetaart!'

Meestal geen komma voor en en of
Leestekens

Slide 14 - Slide

In welke zin zijn de hoofdletters én leestekens juist geplaatst?


A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.

Slide 15 - Quiz

Waar staan de leestekens goed?
A
Hallo pap, je bent op vakantie hoor.
B
Hallo pap, je bent op vakantie hoor!
C
Hallo pap: je bent op vakantie hoor.
D
Hallo pap je bent op vakantie hoor!

Slide 16 - Quiz

Huiswerk donderdag 28 oktober
Maak Spelling H1, blz. 34-35: opdr. 1 t/m 5

Ga nu aan de slag met het huiswerk:
- Luister een muziekje 
(oordoppen + laptop = geen telefoon!)
- Overleg echt op fluisterniveau: 
alleen met degene naast je!
- Klaar? Dan ga je stil lezen


Je mag op je laptop werken:
De spelregels:
- Je werkt uiteraard alleen aan Nederlands!
- Zie ik dat je wat anders doet? Dan gaat je laptop dicht en werk je uit je boek.
- Geen gespam naar elkaar!


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide