Je wilt een eerste indruk van de tekst. Welke leesstrategie gebruik je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen
Slide 11 - Quiz
Je wilt de tekst begrijpen. Welke leesstrategie gebruik je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen
Slide 12 - Quiz
Je wilt weten waar een verwijswoord naar verwijst. Welke leesstrategie gebruik je?
A
globaal lezen
B
zoekend lezen
C
intensief lezen
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Waarom moet je niet meteen het eerste moeilijke woord op je examen op gaan zoeken in het woordenboek?
A
Het kost teveel tijd
B
Vaak staat de betekenis rondom het woorde
C
soms is de betekenis niet nodig om de tekst te begrijpen
D
omdat je je woordenboek bent vergeten
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
'Het uitgaansgeweld neemt in grote steden door toezicht met camera's drastisch af. Auto-inbraken en vernielingen komen in sommige steden bijna niet meer voor.' Door welk woord kun je 'drastisch' vervangen?
A
flink
B
misschien
C
nauwelijks
D
waarschijnlijk
Slide 21 - Quiz
antwoord A
Als je het woord drastisch in de eerste zin niet kent, kun je de betekenis afleiden uit de tweede zin. Vul je flink in op de plaats van drastisch, dan klopt de tekst.
Drastisch = flink
Slide 22 - Slide
'In Breda is het aantal auto-inbraken rond het station, sinds daar deze zomer 33 camera's zijn opgehangen, bijna tot nul gereduceerd.' Door welk woord kun je 'gereduceerd' vervangen?
A
vergroot
B
verkleind
C
vermenigvuldigd
Slide 23 - Quiz
Antwoord B
Uit de zin kun je afleiden dat het verkleind moet zijn, want met vergroot of vermenigvuldigd krijg je een heel vreemde uitspraak. Je hebt dus geen woordenboek nodig.
gereduceerd = verkleind
Slide 24 - Slide
'Hij heeft de deskundigen gevraagd eens te kijken of het helpt als mensen anoniem aangifte kunnen doen van iets wat niet door de beugel kan. Hij denkt dat mensen iets bij de politie durven aan te geven, als ze hun naam niet hoeven te noemen.' Welke omschrijving past het best bij het woordje 'anoniem'?
A
zonder naam van de dader te noemen
B
zonder de telefoon te gebruiken
C
zonder een formulier in te vullen
D
zonder je eigen naam te noemen
Slide 25 - Quiz
Antwoord D
De gedachte is: misschien helpt het als mensen 'anoniem' aangifte kunnen doen. Met andere woorden: 'als ze hun naam niet hoeven te noemen'.
anoniem = naamloos/zonder naam
Slide 26 - Slide
Waar wordt het beeld en de opmaak van de tekst door bepaald? (meer antwoorden mogelijk)
A
titel, tussenkopjes
B
illustraties
C
lettertypes
D
tekst- en alinea-indeling
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Wat wordt bedoeld met 'KOP'?
A
hoofd
B
titel
C
tussenkopje
D
baas
Slide 29 - Quiz
Wat is de functie van de titel?
A
duidelijk maken waar de tekst over gaat
B
aandacht trekken
C
amuseren
D
overtuigen
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Slide
Wat is de functie van een tussenkopje?
A
houvast bij het lezen
B
structuur
C
handig bij globaal en zoekend lezen
D
amusant
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
Wat zijn illustraties?
A
foto's, tekeningen
B
lettertype
C
alinea-indeling
D
tekstindeling
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Een afbeelding in een advertentie kan verschillende functies hebben. 1. De afbeelding dient om aandacht te trekken 2. De afbeelding is nodig om de tekst te kunnen begrijpen 3. De afbeelding voegt nieuwe informatie-elementen toe aan de tekst Welke functie(s) heeft de afbeelding in deze advertentie?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
1 en 2
D
2 en 3
Slide 38 - Quiz
Antwoord A
Op de afbeelding staat iemand met een kind op zijn rug voor een doolhof. Je hebt deze foto niet nodig om de tekst te begrijpen, en de foto voegt ook geen nieuwe informatie toe. Het is een opvallende foto. Hij is bedoeld om de aandacht te trekken.
Slide 39 - Slide
Op welk aspect legt de afbeelding in de advertentie de nadruk?
A
een nieuw bestaan in Nederland is voor vluchtelingen aantrekkelijk
B
iedereen kan vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk worden
C
Vluchtelingen hebben de hulp van anderen nodig
D
Weet iedereen voor vluchtelingen de weg in de eigen woonplaats?
Slide 40 - Quiz
Antwoord C
Zonder hulp kan een vluchteling de weg niet vinden in het doolhof van instanties
Slide 41 - Slide
Wat voor score geef je jezelf voor leesvaardigheid?