This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
reservestoffen
Slide 1 - Slide
In welk celorganel wordt ATP gemaakt?
Slide 2 - Open question
BRANDSTOFFEN
Met name koolhydraten, vetten en eiwitten.
Energie komt vrij in de mitochondriën bij een proces dat 'dissimilatie' heet. Dit kan alleen plaatsvinden als er genoeg O2 beschikbaar is. Weet je nog? Glucose + O2 --> CO2 + H2O
Een deel van de energie komt vrij in de vorm van warmte (houdt lichaamstemperatuur op peil), een ander deel als ATP (levert energie).
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Dissimilatie in mitochondriën
Voedingsstof (meestal glucose) + zuurstof
levert
warmte + koolstofdioxide + ATP
ATP is een energierijke stof die de cel voor alle processen kan gebruiken die energie kosten
Slide 5 - Slide
ATP/ ADP
Slide 6 - Slide
ATP/ ADP
Dissimilatie van voedingsstoffen
Energie beschikbaar voor celprocessen
Slide 7 - Slide
ATP voorraad
Als je je gaat inspannen gebruikt een (spier)cel eerst de al aanwezige ATP in de cel. Maar die is vrij snel op......
Slide 8 - Slide
Creatinefosfaat
In de cel is ook een hoeveelheid Creatinefosfaat aanwezig. De Fosfaatgroep hiervan kan snel aan ADP worden gekoppeld voor nieuwe ATP.
Slide 9 - Slide
Fosfaat
Slide 10 - Slide
Fosfaataccu
De hoeveelheid ATP + CP in je cel noemen we ook de fosfaataccu.
Slide 11 - Slide
Anaerobe dissimilatie
Omdat na 10 seconden na de start van de inspanning de ademhaling en hartslag nog niet hoog genoeg zijn om alle cellen van genoeg zuurstof te voorzien begin je met het verbranden van glucose zonder zuurstof = anaeroob.
Slide 12 - Slide
Anaerobe dissimilatie
Bij de anaerobe dissimilatie van glucose ontstaat 2 ATP per molecuul glucose + 2 melkzuur.
Dit heet melkzuurgisting.
Het vindt plaats in het grondplasma.
Door het melkzuur verzuren je spieren.
Slide 13 - Slide
Anaerobe dissimilatie
Een deel van het gevormde melkzuur kan in je lever weer omgezet worden in glucose (dit kost daar energie).
De rest wordt, als er eenmaal zuurstof voldoende is, omgezet naar pyrodruivenzuur en kan worden gebruikt in de aerobe dissimilatie.
Slide 14 - Slide
Stappen vrijmaken energie
4. Vorming ATP uit aerobe
dissimilatie
BINAS 90A
Slide 15 - Slide
VANDAAG. ENERGIEVOORRAAD
HOU BINAS 90A
ERBIJ TIJDENS
DE UITLEG.
Einde van de les:
CHECK - heb je het begrepen?
Slide 16 - Slide
STAP 1. ATP
ATP (adenosine trifosfaat)
is een soort van
oplaadbaar molecuul.
Je hebt een beetje ATP
'klaarliggen' maar bij
inspanning gaat het snel op.
Slide 17 - Slide
STAP 2. CP
Creatinefosfaat is
ook een molecuul.
Door de fosfaatgroep af te staan aan ADP, kan weer ATP
worden gemaakt.
ATP & CP vormen samen de 'energieaccu', genoeg voor ongeveer 10-30 seconden inspanning.
Slide 18 - Slide
STAP 3. MELKZUURGISTING
ofwel: anaerobe dissimilatie
Dissimilatie = afbraak van glucose
Anaeroob = zonder zuurstof
LET OP: vindt alleen plaats als
er geen zuurstof aanwezig is,
per glucose molecuul 2 ATP-tjes.
Slide 19 - Slide
STAP 3. MELKZUURGISTING
VOORDEEL: er komt ATP vrij (ook
als er geen zuurstof is)
NADEEL: er komt per glucose-
molecuul maar 2 ATP vrij.
Er wordt melkzuur geproduceerd
(dit leidt tot verzuring).
Slide 20 - Slide
STAP 4. AEROBE DISSIMILATIE
Ook wel 'verbranding' van glucose
C6H12O6 + O2 --> H2O + CO2
Slide 21 - Slide
STAP 4. AEROBE DISSIMILATIE
VOORDEEL: er komt per glucose-molecuul wel 38 ATP vrij
NADEEL: kan niet plaatsvinden als er geen zuurstof is (bij plotselinge inspanning is dat pas na ongeveer een minuut)
Slide 22 - Slide
Vragen?
Slide 23 - Open question
ATP
melkzuur
gisting
aerobe dissimilatie
anaerobe dissimilatie
creatine fosfaat
CP
Slide 24 - Drag question
AEROBE DISSIMILATIE
ANAEROBE DISSIMILATIE
Vindt plaats in mitochondriën
Vindt plaats in cytoplasma
Met zuurstof
Zonder zuurstof
2 ATP per glucose
38 ATP per glucose
Melkzuurgisting
Slide 25 - Drag question
ZIE BINAS 68A
Hoe lees je dit af?
Slide 26 - Slide
Wordt
als ureum uitgescheiden
Slide 27 - Slide
ENERGIEVOORRAAD
ATP
CP
Anaerobe dissimilatie (= melkzuurgisting)
Aerobe dissimilatie - afbraak van glucose.
In levercellen: afbraak van eiwitten
In spiercellen: eerst glucose, dan glycogeen, dan vetopslag