Maagsonde

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
De student kan aan het eind van de les
- 5 indicaties voor maagspoelen benoemen
- De 3 fasen van het slikproces noemen
- Minimaal 3 indicaties voor het plaatsen van een sonde benoemen
- Minimaal 4 complicaties benoemen bij het inbrengen van een neus-maag sonde

Slide 2 - Slide

Lesinhoud
- Terugblik vorige les
- Afspraken maken gastles laryngectomie
- Lesdoelen
- Theorie
- Voorbeeld/oefenen
- Afsluiting

Slide 3 - Slide

Maagspoelen
- Voor een spoed-OK
- Voor bepaalde diagnostische onderzoeken
- Zorgvrager die een overdosis heeft genomen (medicatie, drugs, alcohol)
- Voedselvergiftiging
- Ernstige overvulling maag (door geen of onvolledige darmperistaltiek)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

  • Mondfase
  • Keelfase: Door de slikreflex gaat het voedsel van de keel naar de slokdarm. Het strottenklepje sluit de luchtpijp af, zodat er geen voedsel in de luchtpijp terecht komt. 
  • Slokdarmfase

Slikproces

Slide 6 - Slide

  • Maag
  • Dunne darm:
  • Twaalfvingerigedarm (duodenum)  
  • Nuchtere darm (jejunum) 




  • PEG sonde
  • Percutane Endoscopische Gastrostomie
  • Rechtstreekse verbinding door de buikwand naar de maag

Maagsonde plaatsingsmogelijkheden

Slide 7 - Slide

  • Voeding toedienen
  • Maaginhoud afvoeren
  • Diagnostiek

Indicaties 

Slide 8 - Slide

  • Niet KUNNEN eten (lichamelijke obstructie/bewusteloosheid)
  • Niet MOGEN eten (post-OK)
  • Niet WILLEN eten (anorexia)
  • Slechte lichamelijke conditie (pre-OK)
  • Neurologische aandoening (slikstoornis)
Indicaties maagsonde

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

  • Voorlichting geven 
  • Spreek een stopteken af met de zorgvrager. Tijdens het inbrengen is verbale communicatie lastig.

Inbrengen van een sonde

Slide 12 - Slide

  • Positie zorgvrager: 
  • Zorgvrager in een halfzittende houding.  
  • Meet de sonde
    met de NEX +10 methode  
  • NEX (nose-earlobe-xyphoid)
    + 10 cm bij de uitkomst
  • Markeer tot hoever de sonde ingebracht moet worden.  

Voorbereiding inbrengen sonde

Slide 13 - Slide

1e gedeelte
  • Vraag welke neusgat de voorkeur heeft. Laat zo nodig de neussnuiten.
  • Bevochtig de sonde met water.
  • Laat de zorgvrager een half zittende houding aannemen.
  • Breng de sonde in via de neus tot je de keelholte bereikt. Inbrengen in de neusholte is gevoelig/pijnlijk.
  • Als de sonde in de keelholte is aangekomen geef de zorgvrager dan even een rust moment.

Inbrengen neus-maagsonde 

Slide 14 - Slide

2e gedeelte
  • De zorgvrager moet nu een slikbeweging gaan maken. Hiervoor kan het glas water (met rietje) gebruikt worden.
  • Bij het inbrengen van de sonde in de slokdarm kan de zorgvrager een braakneiging krijgen.
  • Breng de sonde in tot het markering op de sonde.
  • Fixeer de sonde op de neus.

Inbrengen neus-maagsonde

Slide 15 - Slide

Trek aspirant op via de sonde.
Spuit dit op de pH strip.
 pH van aspiraat: ≤ 5,5 (5.5 of lager)
Als geen maagsap wordt verkregen: cliënt op zij leggen en opnieuw controleren.
Als nog geen maagsap wordt verkregen: breng sonde iets verder in of trek iets terug en controleer opnieuw.
Bij  pH-waarde groter dan 5.5: GEEN voeding of medicijnen toedienen.
Na 30-60 minuten nog eens maagsap opzuigen en controleren. Indien de sonde niet goed ligt: overleg met de arts. Doe zo nodig de limonade test of verwijder de sonde en breng deze opnieuw in en controleer de ligging.

Controle ligging

Slide 16 - Slide

  • Aspiratie pneumonie (inbrengen, toediening sondevoeding en verwijderen)
  • Bloeding (tijdens inbrengen)
  • Braken (tijdens inbrengen)
  • Perforatie (tijdens inbrengen)
  • Decubitus/Irritaties
  • Braakprikkel
  • Verschuiven van de sonde
  • Verstopte sonde

Complicaties

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Manieren van sondevoeding toedienen
- Per portie (bolus) via een spuit
- Druppelsgewijs m.b.v. een zwaartekrachtsysteem
- Druppelsgewijs m.b.v. een voedingspomp

Slide 19 - Slide

Welke soorten sondevoeding zijn er? En wat is het verschil tussen deze soorten?

Slide 20 - Open question

Complicaties bij sondevoeding
- Irritatie van de mondholte
- Misselijkheid en braken
- Diarree
- Obstipatie
- Uitdroging
- Maagretentie

Slide 21 - Slide

Maak in 2-tallen een korte samenvatting van (naar jullie mening) de belangrijkste punten uit de les

Slide 22 - Open question

Noem 1 woord die voor jou deze les typeerde

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide