donderdag 28 mei

Doelen online les
- je weet hoe de lessen de komende weken eruitzien. 
- je weet wat de stof is van de formatieve toets volgende week vrijdag 
- je frist je kennis over werkwoordspelling op
- je weet hoe je (uiterlijk morgen) je vlog moet inleveren

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doelen online les
- je weet hoe de lessen de komende weken eruitzien. 
- je weet wat de stof is van de formatieve toets volgende week vrijdag 
- je frist je kennis over werkwoordspelling op
- je weet hoe je (uiterlijk morgen) je vlog moet inleveren

Slide 1 - Slide

E-mailtekst over de lessen de komende weken doornemen

Slide 2 - Slide

Vrijdag formatieve toets
Hoofdstuk 5 en 6
Formuleren, Spelling, Grammatica en Spelling werkwoorden

Stof doornemen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

WW-spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PVTT): ik-vorm+t
Persoonsvorm verleden tijd (PVVT): sterk=klankverandering
zwak: verlengproef of 't (e)x-fokschaap 

Slide 5 - Slide

sterke werkwoorden
Veranderen van klank als ze van tijd veranderen.
Ik bied - ik bood
Ik denk - ik dacht
Ik zwem - ik zwom

Slide 6 - Slide

Voltooid deelwoord
- Geeft aan dat een handeling afgerond (voltooid) is. 
- Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.
- Er staat altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden.

Tijdens de vakantie heeft Julia bij een boerderij gekampeerd.
Vorig jaar is hij naar Spanje gevlogen

Slide 7 - Slide

Spelling voltooid deelwoord
1. Sterke werkwoorden: eindigt vaak op -en
Ik heb lekker gegeten (eten, ik eet, ik at) 
De trein is op tijd aangekomen (aankomen, kom aan, kwam aan)
2.Zwakke werkwoorden: eindigt op -t of -d: kofschip/fokschaap
Klaverjassen  wordt.....................
Verwaarlozen wordt................

Slide 8 - Slide

WW-spelling
Voltooid deelwoord (VD): handeling is afgerond (voltooid), - - staat een vorm van hebben, zijn of worden bij: 
Voor de laatste letter (d/t) kijk je naar sexy fokschaap/kofschip

Onvoltooid deelwoord (OD): handeling is aan de gang (onvoltooid)
spelling: hele werkwoord (infinitief) + d

Slide 9 - Slide


Wij zijn naar school gefietst (VD)
Wij gaan fietsend naar school (OD)

Slide 10 - Slide

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Van voltooid deelwoorden en onvoltooide deelwoorden, kun je een bijvoeglijk naamwoord maken. 
Soms zet je er een e achter
REGEL: spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk

Slide 11 - Slide

Branden
VD: verbrand : de verbrande hand (niet verbrandde)

OD: brandend : een brandend vuur

Slide 12 - Slide

Vergroten
VD: vergroot: de vergrote foto (en dus niet vergrootte)

OD: vergrotend : een vergrotend effect

Slide 13 - Slide

Maar soms moet je voor de uitspraak wel tt of dd schrijven
bezette stoel (en niet bezete)
bekladde muur (beklade)

Slide 14 - Slide

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 15 - Quiz

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 16 - Quiz

.... (vinden) jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind

Slide 17 - Quiz

Het gebeur... nog te vaak dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 18 - Quiz


Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 19 - Quiz

werkwoordspelling
De jongens (begeleiden) gisteren de vrouw naar huis.
A
begeleiden
B
begeleidden
C
begeleid
D
begeleden

Slide 20 - Quiz

werkwoordspelling
Morgen ... (presenteren) Remco de resultaten van zijn onderzoek
A
presenteert
B
presenteerd
C
presenteerdt
D
presenteer

Slide 21 - Quiz

Vraag 15: werkwoordspelling
(beantwoorden)...je die vraag wel goed?
A
Beantwoort
B
beantwoor
C
beantwoord
D
beantwoordt

Slide 22 - Quiz

werkwoordspelling
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt

Slide 23 - Quiz

Morgen deadline inleveren vlog
Vanaf volgende week: nieuw project met elke week een inleveropdracht

Slide 24 - Slide