Oefenen voortgangstoets H1, H6, H7, boekje formules

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Oefenen voortgangstoets H1, H6, H7, boekje formules

Dit is een oefentoets. Werk serieus. Je mag je samenvatting gebruiken. 

Negatieve getallen optellen

−7+−8

1. -1
2. 1
3. -15
4. 15

Negatieve getallen optellen
-7+3=

1. -10
2. 10
3. -4
4. 4

Negatieve getallen optellen

8 - -3=

1. 5
2. 11
3. -11
4. -5

Negatieve getallen vermenigvuldigen
-3 x -6 =

1. -18
2. 18
3. -9
4. 9

negatieve getallen vermenigvuldigen

2 x -3 =

1. -6
2. 6
3. -5
4. 5

Negatieve getallen delen
-20 : -4 =

1. 5
2. -5
3. -80
4. 24

Negatieve getallen delen
-12 : -3 =

1. -4
2. -9
3. 4
4. -15

Negatieve getallen delen
50 : -2 =

1. 52
2. -25
3. 25
4. -100

36

49

-36

0,25

81

Kwadraat van 6

Kwadraat van 7

Kwadraat van 0,5

Kwadraat van (-6)

Kwadraat van 9

Oefenen met wortels

7

9

4

8

Reken uit volgens de volgorde van berekenen:       

       (7²+ 29)x 2 - 35 =

Wat is de factor?

1. 9,6 mm
2. 7,2 mm
3. 0,4
4. 9 mm

Wat is de factor van de vergroting?

1. 50 : 39 = 1,28
2. 65 : 50 = 1,3
3. 65 : 39 = 1,667
4. 39 : 65 = 0,6

Hoe bereken je de vergrotingsfactor?

Vergrotingsfactor =

1. lengte origineel : lengte beeld
2. lengte beeld : lengte origineel

De vergrotingsfactor is 0,4.
Bereken zijde EF

1. 9,6 mm
2. 7,2 mm
3. 0,4 mm
4. 12 mm

schaal 1 : 25 betekent:

op de kaart is  in het echt

op de kaart

in het echt

1 cm

25 cm

De schaal van de modellocomatief is 1:87

Maak de pijlenketting kloppend

Schaalmodel

Werkelijkheid

x 87

schaal: als de schaal 1 : 50 is dan reken je met factor....

1. 1
2. 50
3. 2
4. 100

De schaal van het model van de motor is 1:18.

Het model is 11 cm. Hoe lang is de motor in werkelijkheid?

1. 198 cm
2. 2 m
3. 1.11 m
4. 180 cm

Modurodam is gemaakt op schaal 1 : 25.

Hoe berekenen je hoeveel cm iemand wordt nagemaakt, die normaal 1,60 meter is?

1. 1,6 x 25= 40 m
2. 1,6÷25= 0,064 m
3. 160 x 25= 4000 cm
4. 160÷25= 6,4 cm

De rechthoekzijden zijn:

1. AB
2. BC
3. AC

Bereken de langste zijde.
Gebruik het schema.

Welke zijde is de rechthoekzijde?

1. EF
2. DE
3. DF

6 x a + 5 x a zijn gelijksoortige termen

1. Waar
2. Niet waar

6 x a + 7 x b zijn gelijksoortige termen

1. Waar
2. Niet waar

Gelijksoortige termen
b=5w+7w+5a

1. b= 17aw
2. b=10w+7w
3. b=12w+5a
4. b=5w+7w

Y = 13 - 10,5x
Vul de tabel in

Wat is het coördinaat
van punt D?

1. (2;4)
2. (4;2)
3. (4;0)
4. (0;2)

Bekijk de assenstelsel.
Coördinaten van P zijn

1. (-2,3)
2. (-3,-2)
3. (2,3)
4. (3,-2)

Welke omgekeerde pijlenketting

hoort bij de pijlenketting?

1. A
2. B
3. C
4. D

wat is de omgekeerde pijlenketting?

1. 
2. 
3. 

Los de vergelijking op met de pijlenketting en de omgekeerde pijlenketting:
24 - 3a = 15

Los de vergelijkingen op met een pijlenketting en omgekeerde pijlenketting.

30 - 8b = 14