1.2 - Wortels en stengels (4BB)

Thema 1 
Planten

VMBO-BB 4
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 1 
Planten

VMBO-BB 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Thema 1 - Planten
1.1 - Bladeren, fotosynthese en verbranding
1.2 - Wortels en stengels
1.3 - Glucose als grondstof
1.4 - Voortplanting
1.5 - Bestuiving en bevruchting
1.6 - Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planten kunnen glucose omzetten in andere bruikbare stoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Glucose kan alleen worden omgezet in andere koolhydraten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een plant gebruikt eiwitten vooral als...
A
brandstof
B
reservestof
C
bouwstof

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Als je joodoplossing bij zetmeel druppelt dan...
A
Verandert er niks aan de kleur
B
Wordt de kleur rood
C
Wordt de kleur blauw
D
Wordt de kleur geel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

1.4- Voortplanting

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Doelen van deze paragraaf
Je kan uitleggen op welke wijzen planten kunnen voortplanten
Je kan uitleggen wat knollen en bollen zijn
Je kent onderdelen van bloemen en hun functie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
Stekken
Bollen/Knollen
Uitlopers en wortelstokken

Celdeling -> kopie van de plant

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
Stekken - stuk van plant afsnijden en op water -> groeien nieuwe wortels uit -> wordt nieuwe plant

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Uitlopers en wortelstokken

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen bloem

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Meeldraden en stamper
De meeldraden en stamper zijn de voortplantingsorganen van de plant.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stamper
  • Geheel = stamper
  • Eicel = vrouwelijke geslachtscel  

Slide 14 - Slide

Het volgende onderdeel van een bloem is de stamper. De stamper bestaat uit drie delen: Stempel, stijl en vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel bevind zich het zaadbeginsel waarin de vrouwelijke geslachtscel van de plant zit: het eicel. 
Meeldraden en de stamper zijn dus nodig om voort te kunnen planten. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een aardappel kan uitgroeien tot een plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Een aardappel die uitgroeit tot een plant is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welk soort planten heeft fel gekleurde kroonbladeren?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Is onderstaande uitspraak juist of onjuist?
Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een bloem kan wel meeldraden maar geen stamper bevatten (mannelijke bloem)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Thema 1 - Planten
1.1 - Bladeren, fotosynthese en verbranding
1.2 - Wortels en stengels
1.3 - Glucose als grondstof
1.4 - Voortplanting
1.5 - Bestuiving, bevruchting en verspreiding
1.6 - Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

1.1 - Bladeren
herhaling

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De afbeelding geeft een deel van de opperhuid van een blad weer met een huidmondje.
Hoe noem je de cel die is aangegeven met de letter Q?
A
Huidmondje
B
Opperhuidcel
C
Sluitcel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


Een deel van het blad is uitvergroot. Hoe heet dit onderdeel?
A
Celkern
B
Vacuole
C
Huidmondje
D
Celwand

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

In welk onderdeel van het blad vind fotosynthese plaats?
A
In de bladmoescellen
B
In de opperhuid
C
In de vaatbundels
D
Fotosynthese vind niet plaats in het blad

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Huidmondjes sluiten wanneer...
A
De sluitcellen vol zitten met vocht
B
De sluitcellen te weinig vocht hebben

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

1.2 - Wortels en stengels

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Doelen van de paragraaf
Je weet hoe opslag en transport in een plant plaatsvindt
Je weet wat houtcellen en bastcellen zijn en doen
Je kan uitleggen hoe plantencellen stevig blijven

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Stevigheid van de plantencel

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Transport
Vaatbundels -> houtvaten/bastvaten

In stengel/stam: houtvaten binnen, bastvaten buiten
In blad: houtvaten boven, bastvaten onder

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Stoffen opnemen
Via wortel(haren) komt water met mineralen binnen
Via houtvaten bijna al het water vervoerd richting bladeren

Water verdampt in bladeren

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Doorsnede stam/stengel
Doorsnede blad

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Transport
Houtvaten: dode houtcellen, op elkaar gestapeld -> soort rietje
Hebben een dikke celwand (met cellulose en houtstof)

Bastvaten: levende cellen, op elkaar gestapeld -> soort 'zeef' er tussen

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Stevigheid
Door houtcellen en vezels -> celwand bestaat uit cellulose en houtstof

Vezels zijn ook dode cellen, op elkaar gestapeld, steviger dan houtcellen

Niet afhankelijk van water, dus blijven stevig

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van de wortel?
A
Water verdampen
B
Water opnemen
C
Water gebruiken voor voedingsstoffen

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

In welke richting stroomt water met mineralen in de houtvaten?

A
Van de bladeren naar de wortels.
B
Van de bladeren naar alle delen van de plant.
C
Van de wortels naar de bladeren
D
Van de wortels naar alle delen van de plant.

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Bastvaten bevinden zich aan de .......... van een blad.
A
onderkant
B
bovenkant

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Via welke onderdelen worden water en mineralen in de wortels opgenomen?
A
Wortelharen
B
Vaatbundels
C
Houtvaten
D
Bastvaten

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Aan het werk
- Opdrachten werkboek (ook nakijken via device thuis of op school)

Lastige vragen volgende les klassikaal -> zelf aandragen

Slide 44 - Slide

This item has no instructions