*
De persoonsvorm: is het belangrijkste werkwoord in de zin.
* Het onderwerp: over wie of wat gaat het in de zin?
* Voltooid deelwoord: is altijd een werkwoord, staat vaak achteraan in de zin en begint vaak met be-, ge-, ver-, ont-.
* Werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden in de zin samen (persoonsvorm en voltooid deelwoord).
* Sterke werkwoorden: veranderen van klank.
* Gebruik het TaXiKoFSCHiP voor de juiste spelling.