pictura: herhaling vraagwoorden 2C

Pictura
1 / 13
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pictura

Slide 1 - Slide

In deze les...
  1. Herhaling en oefeningen met vraagwoorden
  2. Korte bespreking Pictura

Slide 2 - Slide

Vraagwoorden
Vraagwoorden kunnen zelfstandig worden gebruikt:

Quis?       Quis ridet?      (Wie lacht?)              nom ev
Quid?       Quid scribis? (Wat schrijf je?)      acc ev

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Kies het juiste vraagwoord:
............. domus est?
Van wie is het huis?
A
cuius
B
cui
C
quem
D
quo

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste vraagwoord:
............. pretium rogas?
Aan wie vraag jij de prijs?
A
cuius
B
cui
C
quem
D
quo

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste vraagwoord:
Cum .......... vadis ad forum?
Met wie ga je naar het forum?
A
cuius
B
cui
C
quem
D
quo

Slide 7 - Quiz

Vraagwoorden
Vraagwoorden kunnen ook bijvoeglijk worden gebruikt:

Quae crustula   Welke koekjes              nom./acc. mv.
Cui viro                 Aan welke man?          dat. ev. 
In qua fabula     In welk verhaal?           abl. ev.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Kies het juiste vraagwoord:
Van welk meisje heb jij de kleding?
........... puellae vestem habes?
A
cuius
B
cui
C
quam
D
quo

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste vraagwoord:
Welk schouwspel bevalt je?
............ spectaculum tibi placet?
A
cuius
B
cui
C
quod
D
quo

Slide 11 - Quiz

Pictura
r.2: arcessivi eum: ik heb hem ontboden

r.5: in cuius domo: in het huis van wie / wiens huis

r.8-9: Ubique plurima opera optima pinxit: Overal heeft hij zeer vele/ de meeste zeer goede werken geschilderd.

Slide 12 - Slide

Werktijd
Werk zelf verder aan de vertaling van Pictura of probeer mandatum X te maken

Ik blijf de rest van de les online voor vragen

Slide 13 - Slide