Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§2.4 Blessures
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4
This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§2.4 Blessures
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Leerdoelen
Uitleg §2.3 (deel 2)
Uitleg §2.4
Aan de slag!
Bespreken
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat een blessures is en in welke situaties blessures ontstaan.
Je kunt de verschillende blessures bij botten, gewrichten en spieren beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe je blessures voorkomt.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Hoe laten spieren botten bewegen?
Je spieren laten je botten bewegen. Dat gaat zo:
- Een spier zit met pezen vast aan een bot
- Pezen zijn taai, kunnen niet van lengte veranderen
- Spier trekt samen --> hij wordt korter en dikker
- Doordat de spier samentrekt, trekt de pees aan een bot en kun je bewegen.
Antagonisten:
Spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging (buigen en strekken)
Een spier kan zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!
Slide 5 - Slide
Hoe trekt een spier samen?
Spierschede - Taai vlies om de spier heen (vergroeid met de pezen)
Spierbundel - Een spier is verdeeld in spierbundels - Om iedere spierbundel zit een vlies (vergroeid met de pezen)
- bestaat uit een groot aantal spiercellen (spiervezels)
Spiervezel - lange dunne spiercellen| - In stukjes verdeeld door dwarswandjes - Aan dwarswandjes zitten dunne draden. Tussen de dunne draden liggen dikkere draden.
Spier trekt samen Spiervezels worden korter en dikker (dunne draden schuiven naar elkaar toe). Spier wordt korter doordat de spiervezels korter en dikke worden.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Botbreuk - Bot is gebroken. - Herstel door gips of operatie
Ontwrichting - Gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom. - Herstel door gewrichtsknobbel terug te duwen in de gewrichtskom.
Verstuiking (verzwikking) - Als de enkel 'omklapt'. Gewrichtsbanden en gewrichtskapsel van het enkelgewricht rekken te ver uit. - Herstel door direct te koelen en rust te houden.
Knieblessure - Onderbeen blijft staan terwijl het lichaam draait (benen 'verdraaien' dan in de knie) - Meniscussen (meestal binnenste meniscus) worden te zwaar belast en kunnen uiteindelijk scheuren of rafelen: voetbalknie (pijnlijk en bijna niet te bewegen). - Herstel door kijkoperatie om gescheurde meniscus te repareren.
Blessures aan botten en gewrichten
Blessure =
een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten.
Slide 8 - Slide
Blessures aan botten en gewrichten
Slide 9 - Slide
Spierpijn - Lang achter elkaar dezelfde beweging gedaan. - Afvalstoffen die achterblijven in de spier (meeste afvalstoffen worden afgevoerd door bloed).
Spierkramp en spierscheuring - Spierkramp = spier trekt te sterk samen (spier voelt hard aan en doet pijn). - Je moet dan meteen stoppen met de beweging. - Ga je toch door? Dan kun je een spierscheuring oplopen. - Spierscheuring = binnen in de spier zit een scheurtje (hevige pijn). - Zweepslag = plotselinge spierscheuring. Tijdens beweging opeens hevige pijn. - Herstel bij spierscheuring en zweepslag door koelen en rust nemen.
Kneuzing - Spiercellen en bloedvaatjes in de spier zijn beschadigd - Kapotte bloedvaatjes --> bloeduitstorting - Herstel door meteen te koelen met water of ijs --> vermindert de zwelling en pijn.
Blessures aan spieren
Slide 10 - Slide
Kleding en beschermende middelen
Intapen
Warming-up
Coolingdown
Blessures voorkomen
Slide 11 - Slide
Aan de slag!
Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)
zacht overleggen met degene die naast je zit mag
lezen: §2.3 maken: opdracht 13 t/m 22 van §2.3
eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
20 minuten
lezen: §2.4
maken: opdracht 1 t/m 25 van §2.4
timer
20:00
Slide 12 - Slide
Afsluiten
Pak je Plenda - dinsdag 3e lesuur - m: 13 t/m 22 van §2.3
Volgende les - §2.4 herhalen - opdrachten §2.4 maken