MH2B last lesson before the test

Welcome MH2B
- Ga naar Lessonup.com
- toets de code in die op het bord staat
- Kies je eigen naam en wacht tot de les gaat beginnen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welcome MH2B
- Ga naar Lessonup.com
- toets de code in die op het bord staat
- Kies je eigen naam en wacht tot de les gaat beginnen

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Last lesson before the test
- Final explanations and excercises
- No reading

Slide 2 - Slide

Grammatica onderdelen in de toets!
1 - Present simple VS Present Perfect!
2 - Adjectives and Adverbs
3 - The future

Slide 3 - Slide

Present Perfect:

Wat is de regel van de present perfect?
A
ww+ ed
B
shit = ww+s
C
vorm van to be + ww+ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 4 - Quiz

PRESENT PERFECT
Iets wat in het verleden afspeelt en wat tot nu toe doorgaat!

1 - HAVE OF HAS + VOLTOOID DEELWOORD

2 - HE, SHE, IT = HAS
       DE REST = HAVE

WE HAVE WRITTEN A STORY

Slide 5 - Slide

PAST SIMPLE
Iets is in het verleden gebeurd en is klaar

1 - Werkwoord + ED
2 - Onregelmatig werkwoord? Eigen vorm!

She talked to him

Slide 6 - Slide

past simple
present perfect

Slide 7 - Drag question

I lived in London.
I have lived in London.
Present Perfect
Past Simple

Slide 8 - Drag question

Present perfect or past simple:
I...... (to read) your email.
A
have read
B
C
read

Slide 9 - Quiz

Vul de present perfect in:

We ________(learn) the present perfect.

Slide 10 - Open question

Present perfect / past simple
"They _____[move] here five years ago."

Slide 11 - Open question

(1) Present perfect / past simple?
"He [cook] dinner last night."

Slide 12 - Open question

Present perfect / past simple
"How long ______[you/know] Susie for?"

Slide 13 - Open question

Adjective / Adverb
Adjective = bijvoegelijk naamwoord
Zegt iets over zelfstandig naamwoord

Adverb = bijwoord
Zegt iets over werkwoord

Slide 14 - Slide

Adjectives and adverbs

Slide 15 - Slide

Adjectives and adverbs
She skates ....
A
good
B
well

Slide 16 - Quiz

Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
beautifully
B
beautiful

Slide 17 - Quiz

Adjectives and adverbs
They make ......... bread.
A
deliciously
B
delicious

Slide 18 - Quiz

Adjectives and adverbs
John held the plate .....
A
carefully
B
careful

Slide 19 - Quiz

The Future
1 - Vorm van to be + going to + werkwoord (ik vorm)

I am
you / we / they are
He / she / it is
She is going to drive to France
They are going to walk in the forest

Slide 20 - Slide

Shall We / I
Suggesties

Shall + I / we + werkwoord (ik vorm)

Shall we walk there?
Shall I talk to him?

Slide 21 - Slide