H5: Voorkennis en 5.1/ Wortels en machten - 2M - mvr Donkers

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Voorkennis H5
● Nieuwe theorie
● Afsluiting en huiswerk
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
- rekenmachine
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Start geen nieuwe vergadering
Accepteer 
in LessonUp c
deze les. Als het c
kan o
p een 2e device.
Welkom   wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto
goed

in.
Wat gaan we doen?
● Lesdoel bespreken 
● Voorkennis H5
● Nieuwe theorie
● Afsluiting en huiswerk
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
- rekenmachine

Slide 1 - Slide

Lesdoel


Je hebt alle leerdoelen van 
de voorkennis en paragraaf 5.1 behaald,
of weet wat je nog moet doen om deze te behalen.




H5: Machten, wortels en verbanden:
VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde en deelstreep
5.3: [HAVO] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een deelstreep
5.6: Formules met kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek

Slide 2 - Slide

Reken uit:
42

Slide 3 - Open question

Kwadraten
42=44=16

Slide 4 - Slide

Kwadraten
42=44=16
132=1313=169

Slide 5 - Slide

Kwadraten
42=44=16
132=1313=169
23,82=566,44

Slide 6 - Slide

Reken uit:
100

Slide 7 - Open question

Wortels
Wortels zijn het omgekeerde
van kwadraten.
16=4
169=13

Slide 8 - Slide

Wortels
Wortels zijn het omgekeerde
van kwadraten.
16=4
169=13
83=9,1104...

Slide 9 - Slide

Wat is de juiste rekenvolgorde?
1.

2.

3.

4.



Berekenen wat tussen haakjes staat.
Vermenigvuldigen en delen.
Optellen en aftrekken.
Kwadrateren en worteltrekken.

Slide 10 - Drag question

5.1: Machten
42 betekent dus 4 × 4.
Wat zou 43 betekenen? 

Slide 11 - Slide

5.1: Machten
42 betekent dus 4 × 4.
Wat zou 43 betekenen? 
43 = 4 × 4 × 4 = 64.

Slide 12 - Slide

5.1: Machten
42 betekent dus 4 × 4.
Wat zou 43 betekenen? 
43 = 4 × 4 × 4 = 64.
Op de rekenmachine:
4 ^ 3 = 64

Slide 13 - Slide

5.1: Machten
Als we 27 willen berekenen, noemen we 2 het grondtal en 7 de exponent.

Slide 14 - Slide

5.1: Machten
Als we 27 willen berekenen, noemen we 2 het grondtal en 7 de exponent.
We doen eigenlijk 2×2×2×2×2×2×2, maar op de rekenmachine vullen we in 2 ^ 7

Slide 15 - Slide

5.1: Machten
Als we 27 willen berekenen, noemen we 2 het grondtal en 7 de exponent.
We doen eigenlijk 2×2×2×2×2×2×2, maar op de rekenmachine vullen we in 2 ^ 7
Daar komt uit: 27 = 128.

Slide 16 - Slide

Bereken:
185

Slide 17 - Open question

Wat is de juiste rekenvolgorde?
1.

2.

3.

4.



Berekenen wat tussen haakjes staat.
Vermenigvuldigen en delen.
Optellen en aftrekken.
Machtsverheffen en worteltrekken.

Slide 18 - Drag question

Huiswerk

Maken uit deel 2 van Getal en Ruimte:

H5: blz 12 opg 1 t/m 11


Nakijken en verbeteren:

Vorige huiswerk
(VK 1 t/m 8)











Slide 19 - Slide