H7 Eten en verteren - paragraaf 7.1 Gezond eten

H7 Eten en verteren - paragraaf 7.1  Gezond eten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7 Eten en verteren - paragraaf 7.1  Gezond eten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- vertellen wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn
- vertellen welke voedingsstoffen er zijn
-vertellen waarom we voedingsstoffen nodig hebben
- vertellen wanneer je gezond eet volgens de Schijf van Vijf.

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen en leg uit waarom deze kennis belangrijk is.
Wat weet jij al over gezond eten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat zijn voedingsmiddelen?
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt. Denk aan groente, fruit, brood, melk en vlees.

Slide 5 - Slide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van voedingsmiddelen die zij kennen.
Wat zijn voedingsstoffen?
Voedingsstoffen zijn stoffen die in voedingsmiddelen zitten en die ons lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Denk aan koolhydraten, vetten, eiwitten, vitaminen en mineralen.

Slide 6 - Slide

Leg uit dat voedingsstoffen als bouwstenen van ons lichaam dienen.
Energierijke stoffen
Energierijke stoffen zijn koolhydraten en vetten. Ze geven ons lichaam energie om te bewegen en te denken.

Slide 7 - Slide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van voedingsmiddelen die veel energierijke stoffen bevatten.
Bouwstoffen
Bouwstoffen zijn eiwitten. Ze helpen ons lichaam om te groeien en te herstellen.

Slide 8 - Slide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van voedingsmiddelen die veel eiwitten bevatten.
Beschermende stoffen
Beschermende stoffen zijn vitaminen en mineralen. Ze beschermen ons lichaam tegen ziektes en infecties.

Slide 9 - Slide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van voedingsmiddelen die veel vitaminen en mineralen bevatten.
Wanneer eet je gezond?
Je eet gezond als je genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt. Je moet gevarieerd eten. De Schijf van Vijf helpt je hierbij.

Slide 10 - Slide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van maaltijden die voldoen aan de Schijf van Vijf en wat dit betekent voor hun dagelijkse eetpatroon.
Wanneer eet je het beste?
Het beste is om regelmatig te eten, bijvoorbeeld drie maaltijden per dag, en om niet te veel te eten.
Een tussendoortje eet je tussen de maaltijden door. Veel tussendoortjes zijn zoet en vet. Kies voor een gezond tussendoortje!

Slide 11 - Slide

Leg uit waarom regelmatig eten belangrijk is en geef tips over hoe leerlingen hun eetpatroon kunnen verbeteren.
Welke stoffen beschermen ons lichaam tegen ziektes en infecties?
A
Vitaminen en vetten
B
Vetten en mineralen
C
Vitaminen en mineralen
D
Eiwitten en koolhydraten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke stoffen helpen ons lichaam om te groeien en te herstellen?
A
Mineralen
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Eiwitten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke stoffen geven ons lichaam energie?
A
Eiwitten en mineralen
B
Vitaminen en vetten
C
Koolhydraten en eiwitten
D
Koolhydraten en vetten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke voedingsstoffen heeft ons lichaam nodig?
A
Koolhydraten, vetten, vitaminen en mineralen
B
Koolhydraten, eiwitten, vitaminen en mineralen
C
Koolhydraten, vetten, eiwitten, vitaminen en mineralen
D
Vetten, eiwitten, vitaminen en mineralen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Alle producten die je ziet
B
Alle producten die je hoort
C
Alle producten die je gebruikt
D
Alle producten die je eet of drinkt

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.