Les 7 oncologie en palliatieve zorg

Kanker/ oncologie
1 / 52
next
Slide 1: Slide
HelpendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 52 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kanker/ oncologie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Oncologie
De wetenschap die kwaadaardige tumoren, kankerprocessen en de effecten van verschillende behandelingen van kwaadaardige tumoren bestudeert.

1 op de 3 mensen krijgt kanker
 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inleiding kanker

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren
* Leeftijd (helft van de patiënten in 70 jaar en ouder)
* Leefstijl (Alcohol, overgewicht, ongezond eten, inactiviteit en zonnen)
* Leefomgeving en beroep (schadelijke stoffen)
* Infectieziekten (HPV/ H. Pylori/ Hepatitis)
* Erfelijkheid
* Voeding

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Meest voorkomende kankersoorten bij mannen en vrouwen:

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Mannen

     1. Prostaatkanker

2. Longkanker

3. Darmkanker
 Vrouwen

1. Borstkanker

           2. Dikke darmkanker

 3. Longkanker


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Adjuvant: aanvullend op operatie of bestraling

Bij immunotherapie krijgt u medicijnen om de werking van uw afweersysteem te versterken. Dit zorgt ervoor dat uw afweersysteem de kankercellen gaat herkennen, opruimen en vernietigen. Immunotherapie of immuuntherapie is een redelijk nieuwe behandelmethode bij kanker.

Hormonale therapie is eigenlijk een antihormoon therapie. U krijgt namelijk medicijnen die de werking van hormonen remmen of blokkeren.

Stamceltherapie, ook wel stamceltransplantatie of beenmergtransplantatie genoemd, wordt gebruikt bij de behandeling van leukemie en bepaalde non-hodgkinlymfomen. Daarbij wordt het zieke beenmerg dat afwijkende witte bloedcellen – kankercellen – produceert, vervangen door gezond merg.
Chemotherapie en bestraling

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn aandachtspunten in de zorg voor mensen die chemo krijgen?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen chemo:
-Vatbaar voor infecties
-Vermoeidheid
-Pijn
-Te lage voeding- en vochtinname
-Misselijkheid; Diarree of verstopping
-Droge huid, nagelproblemen
-Mondproblemen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn aandachtspunten in de zorg voor mensen die bestraling krijgen?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen RT
-huidreactie: verbrande huid, huidreactie wat pas na maanden of jaren kan optreden! 
-kans op 2e tumor, littekenvorming, schade bloedvaatjes, kwetsbare botten, vermoeidheid,
-RT slokdarm: slikklachten, droge mond, taai slijm,
-RT buik: buikklachten (diarree, vaak plassen)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Cliënten die bestraald zijn, hebben vaak last van bijwerkingen.
Hoeveel en welke bijwerkingen er zijn hangt af van de plaats die bestraling krijgt.

Goede voeding is belangrijk. Voldoende drinken, bestraling doodt kankercellen wat zorgt voor afvalstoffen. Het lichaam heeft vocht nodig om die afvalstoffen af te voeren. 1,5 tot 2 liter vocht per dag. zie boek blz.97

Tips verzorging huid, doornemen
2 soorten radiotherpie
Uitwendige bestraling:


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

inwendige bestraling

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Rondvraag
Vragen
en/of
 opmerkingen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Palliatieve zorg 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Wat is palliatieve zorg?
Palliatieve zorg is zorg die gegeven wordt aan cliënten wanneer er geen genezing van een ziekte meer mogelijk is.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Dan kun je denken aan:
  • Kanker, wanneer die uitbehandeld is
  • Dementie
  •  COPD
  • Hartfalen 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Doel palliatieve zorg 
Een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te realiseren, 
door te voorkomen en verlichten van lijden. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

4 fasen in de palliatieve zorg
1. ziektegericht:
 de ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2; symptoomgerichte palliatie
de focus licht op het verlichten en onder controle houden van de symptomen. de ziekte schrijdt voort, de cliënt al verzwakken en minder mobiel worden . de symptomen verergeren en in deze fase worden beslissingen genomen rondom het levenseinde.
3. palliatie in de stervensfase:hier verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven
4. de nazorg. dit wordt ook gezien als onderdeel van de palliatieve zorg. soms hebben naasten behoefte aan ondersteuning tijdens de rouwarbeid

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aspecten van palliatieve zorg 
  • Kwaliteit van leven van de cliënt. Daar vallen de wensen en behoeften van de cliënt en naasten onder.
  • De omgang met symptomen (symptoommanagement)
  • Afspraken maken en gezamenlijke besluitvorming
  • De wensen, ideeën en beslissingen van de cliënt (autonomie van de cliënt/ vrijheid van de cliënt om zelf beslissingen te nemen)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

  • Verschillende zorgverleners die met elkaar samenwerken verlenen de zorg 
  • De zorg is ook gericht op de naasten. Voor de omgeving van de cliënt is het vaak ingrijpend wanneer hun dierbare ziek is en niet meer beter kan worden
  • Proberen van te voren te bedenken welke klachten en problemen in de nabije toekomst kunnen gaan spelen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Palliatieve en terminale zorg


Verschil:


Terminale zorg
is gericht op de kwaliteit van sterven.
Palliatieve zorg is gericht op de kwaliteit van leven.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg
  • Beide zorgvormen worden geboden aan diegenen die niet meer kunnen genezen van hun ziekte en daaraan zullen overlijden
  • Het verschil is dat palliatieve zorg jaren kan duren, terwijl we pas van terminale zorg spreken wanneer het overlijden op korte termijn (3 maanden of minder) wordt verwacht

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Naderende dood
-Geen zin meer in eten/ drinken
-Ernstige vermoeidheid en verzwakking, leidend tot volledige bedlegerigheid
-Verminderende urineproductie, donkere urine
-Verminderd bewustzijn, soms hallucineren


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Naderende dood
-Cheyne Stokes ademhaling, soms reutelend
-Spitse neus
-Diep liggende, holle ogen
-Donkere vlekken op het lichaam
-Snelle, zwakke polsslag
-Koude, soms blauwe handen en voeten
-Soms lijkvlekken achterkant benen en rug



Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten laatste fase
Lichamelijk
Delier/ onrust, wisselligging, nathouden mond, denk aan obstipatie/retentie, pijn,  angst, eten naar behoefte, zo nodig morfine/zuurstof bij benauwdheid


Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Psychisch: bied emotionele ondersteuning, bespreek angsten rondom het sterven

Sociaal: schakel netwerk in, bespreek gewenste plek van overlijden, voorkom ruzie aan sterfbed, zoek manieren tot communicatie
Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar

Spiritueel: schakel geestelijke verzorging in, maak levensvragen en angst voor de dood bespreekbaar


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingssoorten

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Gehoor blijft het langste intact!
Altijd (respectvol) tegen cliënt blijven praten

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Hoe begeleid je het sterven?
-Observeren op symptomen/ is iemand comfortabel?
-Op de hoogte zijn van gewoontes rond sterven bij verschillende religies
-Naasten betrekken, vragen/ angsten signaleren
-Afstand/ nabijheid
-Het zit vaak in de kleine dingen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Laatste zorg
Wie geeft die? Zorg, familie, begrafenisondernemer?
Wonden afplakken
Katheter/ infuus verwijderen
Incontinentiemateriaal
Lichaam wordt gekoeld

Opvang familie

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Wat is kwaliteit van leven?


Wat is kwaliteit van sterven?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Praat erover!
* Hoe je om met cliënten die niet lang meer te leven hebben, wat kun je voor hen doen?
* Hoe ga je met hen in gesprek, en vind je dat lastig?
* Wat bespreek je met familie en vind je dat lastig?
* Hoe ga je ermee om als een client sterft, wat doet dat met jou?
* Wat kunnen anderen voor jou betekenen, wat moeten ze wel en niet doen?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Rouwverwerking
Rouw is de reactie op een groot verlies
Proces van aanpassen aan de nieuwe situatie die ontstaat

Iedereen gaat hier verschillend mee om

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Rouw heeft invloed op lichamelijk en mentale welzijn, en ook op de plek van de persoon in de sociale omgeving

Voorbeeld?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Wat kan een mens verliezen waardoor rouw wordt opgewekt?

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Reacties op verlies:
Lichamelijk (minder eetlust, slecht slapen, hoofdpijn, etc)
Emotioneel (angst, machteloosheid, woede, somber)
Cognitieve reacties (snel afgeleid, afwezig, minder presteren)
Gedragsmatig (terugtrekken, snel geirriteerd, gebrek aan initiatief of juist rusteloos)

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Fase 1: ontkenning (valt allemaal wel mee, of ziekte wordt ontkend)
Casus:
Meneer Hijmen heeft te horen gekregen dat hij is uitbehandeld. De artsen kunnen niks meer voor hem doen. Elke ochtend als hij wakker wordt, is daar weer de harde werkelijkheid van de boodschap uit het ziekenhuis. Hij kan de boodschap niet aan en daarom roept hij elke morgen: "Dit kan niet, het is niet waar!". Zijn vrouw leest veel op internet over cliënten die ook uitbehandeld zijn. Soms zit daar een verhaal tussen van een cliënt die toch als door een wonder herstelde. Aan die verhalen klampen ze zich vast en ze hebben al twee keer gebeld met de huisarts om te vragen of er nog mogelijkheden zijn in Amerika.

HOE KUN JE HEN BEGELEIDEN?

Slide 44 - Slide

Begeleiding: Geef de cliënt ruimte om te ontkennen wat er aan de hand is, en ga er niet tegenin. Als je dat wel doet, zal dit de ontkenning waarschijnlijk versterken.

Fase 2: woede; feiten worden duidelijk
De cliënt vraagt zich af waarom hem dit moet overkomen
De cliënt wordt boos om een kleinigheid


Na een aantal dagen begint het besef bij Meneer Hijmen door te dringen. Hij wordt om het minste boos. Als het hem niet lukt om zijn kleren aan te trekken, gooit hij ze met een grote smak op de grond en begint hij te schreeuwen. Zijn vrouw moet het helemaal ontgelden. Meneer Hijmen is boos op haar, omdat ze maar doorgaat met het zoeken naar alternatieven op internet. Het helpt toch allemaal niet.

HOE KUN JE HEM BEGELEIDEN?

Slide 45 - Slide

Leg aan de client en zijn naasten uit dat woede erbij hoort en dat het een stap is in het geleidelijk aanvaarden van de situatie.
* Leg uit dat de woede niet gericht is op de persoon, maar op de situatie
* Vat de woede naar jou als zorgverlener niet persoonlijk op en ga er niet tegenin.

Fase 3: marchanderen/ onderhandelen
Mensen willen het gevoel hebben iets te kunnen doen
Iemand wil zijn levensstijl veranderen. Iemand stelt zich doelen, die hij kan halen als hij iets doet of juist laat

Meneer Hijmen heeft op internet gelezen over een methode waardoor zieke mensen zich beter gaan voelen en soms zelfs genezen. Hij besluit die methode te gaan volgen. Deze bestaat uit een combinatie van koud douchen en ademhalingsoefeningen. Hij gaat hier fanatiek mee aan de slag en gaat zelfs een cursus volgen. Hij heeft tegen zichzelf gezegd dat als hij de hele cursus volgt, hij nog Kerstmis kan vieren voor hij sterft.

HOE KUN JE HEM BEGELEIDEN?

Slide 46 - Slide

Tips voor de begeleiding:
* Respecteer de keuzes van de client om bepaalde dingen te doen of juist te laten om zijn doelen te bereiken.
* In deze fase helpt lotgenotencontact. Stimuleer de client om lotgenoten op te zoeken, bijvoorbeeld via een praatgroep
Fase 4: verdriet en depressie
Cliënt komt tot de ontdekking dat niets gaat helpen. Machteloosheid
Cliënt wordt stil of juist heel emotioneel. Blijft in bed liggen, geen eetlust meer, verzorgt zichzelf niet meer goed.

De afgelopen week is meneer Hijmen opeens heel stil. Zijn vrouw wil met hem praten over de situatie, maar daar gaat hij niet op in of hij begint te huilen. Ook het eten smaakt hem de laatste dagen niet meer. Zowel zijn vrouw als de zorgverleners vinden dat hij veranderd is. Hij was de afgelopen weken zo strijdbaar en daar is niks meer van te merken.

HOE KUN JE HEM BEGELEIDEN?

Slide 47 - Slide

Tips voor de begeleiding:
* Deze periode is zwaar, zowel voor de client als voor zijn omgeving. Let op overbelasting van de sociale omgeving. Neem wat taken van hen over en stimuleer hen om ondersteuning te zoeken. Het is belangrijk dat de sociale omgeving af en toe afstand kan nemen.
* Benoem de gevoelens van de client die je waarneemt. Muziek kan helpen om de gevoelens te verwerken.

Fase 5: Aanvaarding
Niet iedereen haalt deze fase. Indien dat wel zo is, dan kan cliënt nu rustig over zijn situatie praten. Praat over wensen rondom uitvaart en sterven..

Als de huisarts op bezoek komt, begint meneer Hijmen zelf te praten voer euthanasie. Zijn vrouw is verbaasd dat hij daar nu over begint. Als zij dat eerder ter sprake bracht, kapte hij dat af. Nu praat hij open over zijn euthanasiewens.

HOE KUN JE HEM BEGELEIDEN?

Slide 48 - Slide

Tip voor de begeleiding:
* Praat in deze fase met de client over wat hij belangrijk vindt in de zorg tijdens de laatste levensfase. Dit is een goed moment, omdat de client er nu voor openstaat om hierover na te denken.
.

Wat kun jij doen?
Neem de tijd, heb oprechte belangstelling
Pas LSD toe
Ondersteun cliënt bij uiten van zijn emoties
Heb respect met de manier waarop iemand ermee om gaat
Stimuleer en ondersteun de cliënt met het nemen van beslissingen

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Activiteiten

Plekje waar de overledene herdacht kan worden
Boek waar mensen iets in kunnen schrijve
Bespreekbaar maken (bijvoorbeeld met foto's of muziek)

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Rondvraag
Vragen
en/of
 opmerkingen?

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Herhaling handelingen

Slide 52 - Slide

This item has no instructions