17-05-2021 V5du10 (L7 GR4: Konjunktiv 1)

Montag, den 17. Mai 2021
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Montag, den 17. Mai 2021

Slide 1 - Slide

Heute
- Studiewijzer (update)
- Antworten GR1 + GR2 (AB 1, 2 & 6) 
- GR4: Konjunktiv I
- An die Arbeit
- Hausaufgaben

Slide 2 - Slide

Studiewijzer: update
(staat in Teams)

Slide 3 - Slide

Lesen: A2
KB S. 87

GR1: Doppelte Konjunktionen (voegwoorden deel 1)
zwar ... aber                                = weliswaar ... maar 
weder ... noch                            = noch ... noch (en niet ... en niet)
sowohl ... als auch                   = zowel ... als ook 
nicht nur ..., sondern auch   = niet alleen ... maar ook 

Slide 4 - Slide

GR2: Konzessive Angaben (voegwoorden deel 2). KB S. 91. 

Obwohl es da oft regnet, machen wir immer gerne Urlaub in England. 
Obwohl = hoewel (Verb am Ende)

Ella hat viel für ihren Test gelernt. Trotzdem hat sie nur eine 3 bekommen. 
trotzdem   = desondanks, toch (trotzdem kan vlak voor of vlak na het werkwoord)
Trotz der Maßnahmen gibt es immer noch viele Koronafälle. 
trotz + 2 = ondanks 

Slide 5 - Slide

GR2: Konzessive Angaben (voegwoorden deel 2). KB S. 91. 

Ich esse keinen Schweinebraten, weil ich Vegetarierin bin. 
weil = omdat (Verb am Ende)

Ich esse keinen Schweinebraten, denn ich bin Vegetarierin. 
denn = want 

Ich bin Vegetarierin, deswegen esse ich keinen Schweinebraten. 
deswegen = daarom 

Slide 6 - Slide

Tip
Denk bij voegwoorden altijd aan het Nederlands als je wil bepalen waar het werkwoord moet komen: 

Ich esse kein Fleisch, denn ich bin Vegetarierin. 
(= ik eet geen vlees, want ik ben vegetariër)

Ich esse kein Fleisch, weil ich Vegetarierin bin
(= ik eet geen vlees, omdat ik Vegetariër ben)

Slide 7 - Slide

GR4: Konjunktiv I
- Konjunktiv II: wens (zou graag........) 

Schau dir die Beispiele an und beantworte die Frage: 
--> Was drückt die Konjunktiv I-Form aus? 


Slide 8 - Slide

Die BZ behauptet, der Kaiser habe abgedankt.

Slide 9 - Slide

Kennedy sagt, er sei ein Berliner.

Slide 10 - Slide

Die SZ meldet, das Meldegesetz werde entschärft.

Slide 11 - Slide

GR4: Konjunktiv I
Was drückt die Konjunktiv I-Form aus? 

--> indirecte rede

--> gebruik je in plaats van een citaat (met "")


Slide 12 - Slide

GR4: Konjunktiv I
Belangrijkste vormen: 

sein:  sei, seien
haben: habe, haben 
werden: werde, werden

bij er/sie/es is de uitgang -e: er habe, sie müsse, es dauere, usw.



Slide 13 - Slide

GR4: Konjunktiv I
Der Lehrer behauptet, ich habe/hätte meine Hausaufgaben nicht gemacht, weil ich zu faul sei

Let op: Als de Konjunktiv I hetzelfde is als de gewone Präsens-vorm (Indikativ), dan kan de Konjunktiv II gebruikt worden. 

Slide 14 - Slide

An die Arbeit
AB Aufgabe 12 
S. 124f. 

Slide 15 - Slide

Hausaufgaben
Für Freitag:  
1. Lerne Lernwortschatz Lektion 7, Woche 2 t/m "es macht mir (sehr) zu schaffen". 
2. Lese Kafka/Borchert bis S. 32.

Für Montag:
1. Lerne Lernwortschatz Lektion 7, Woche 3 t/m "das Verbotsschild"

Slide 16 - Slide