3.2

Wie heeft de macht in Egypte?
A
De Keizer
B
De Koning
C
De President
D
De Farao
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wie heeft de macht in Egypte?
A
De Keizer
B
De Koning
C
De President
D
De Farao

Slide 1 - Quiz

Hoe heet de vruchtbare laag die overblijft, nadat de Nijl overstroomt?
A
Modder
B
Slib
C
Akker
D
Roest

Slide 2 - Quiz

Uit hoeveel seizoenen bestaat het jaar in Egypte?
A
5
B
3
C
1
D
7

Slide 3 - Quiz

Op de afbeelding zie je een kaart van Egypte. Waar op de kaart ligt Opper-Egypte en Neder-Egypte?
A
Opper-Egypte is de bovenste helft, Neder-Egypte in het zuiden
B
Opper-Egypte is de onderste helft, Neder-Egypte in het noorden

Slide 4 - Quiz

Je kon koning worden in Egypte als je
A
Als boer heel erg rijk te worden door de landbouw en dan de macht te grijpen.
B
Als boer goed met boeren samen te werken en ze zo te manipuleren dat ze je steunen.
C
Als boer andere boeren goed kon laten samenwerken, de organisatie van de irrigatiewerken te regelen.

Slide 5 - Quiz

Welke drie seizoenen waren er in het Oude Egypte?

Slide 6 - Open question

Wat is irrigatielandbouw?
A
Landbouw waarbij de boeren de taken verdeelden.
B
Landbouw waarbij het land bevloeid werd dankzij een stelsel van kanalen en dijken.
C
De verplaatsing van landbouw naar de Nijldelta
D
Landbouw waarbij de ambtenaren het voor het zeggen hadden.

Slide 7 - Quiz

Hoe worden mensen die in dienst zijn van de overheid genoemd?

Slide 8 - Open question

wat is een sjadoef?
A
een irrigatiekanaal
B
een boer die sjadoefen verbouwt
C
een waterschap
D
een ambtenaar die voor de farao belasting heft

Slide 9 - Quiz

Hiërogliefen schrift
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 10 - Quiz

Hiërogliefen
A
Geschreven secundaire bron
B
Ongeschreven primaire bron
C
Geschreven primaire bron
D
Ongeschreven secundaire bron

Slide 11 - Quiz

De Egyptenaren maakten papier van?
A
Karton
B
Bamboe
C
Papyrusplant
D
Zand

Slide 12 - Quiz

Twee uitspraken:
1. De rivier de Nijl stroomt van noord naar zuid.

2. Op het vruchtbare slib kun aan landbouw doen, maar van dit slib kun je ook stenen (zie plaatje) maken voor het bouwen van huizen.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 13 - Quiz