3MDU1/2 Kapitel 2: Gesundheit

           Kapitel 2 - Gesundheit            
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

           Kapitel 2 - Gesundheit            

Slide 1 - Slide

Gesundheit
(welche Wörter kennst du schon? auf Deutsch)

Slide 2 - Mind map

Körperteile
(met goede lidwoorden erbij)

Slide 3 - Mind map

die Erkältung
das Ohr
das Fieber
der Rücken
der Mund
die Kopfschmerzen
de verkoudheid
het oor
de koorts
de rug
de mond
de hoofdpijn

Slide 4 - Drag question

wehtun
die Halsschmerzen
die Apotheke
die Medikamente
Gute Besserung!
pijn doen
de keelpijn
de apotheek
de medicijnen
Beterschap!

Slide 5 - Drag question

het ziekenhuis
A
der Krankenhaus
B
Das Krankhaus
C
Das Gesundheitshaus
D
das Krankenhaus

Slide 6 - Quiz

Wenn jemand niest wünsche ich ----
A
Befund
B
Krankheit
C
Gesundheit
D
Fieber

Slide 7 - Quiz

13

Slide 8 - Video

00:56
Waar heeft de vrouw last van?

Slide 9 - Open question

01:08
Wat betekent het woord "krank"?

Slide 10 - Open question

01:58
Welke 2 vragen stelt de assistent aan de vrouw?
A
afspraak/ klachten
B
klachten/ verzekeringpas
C
afspraak/ verzekeringspas
D
klachten/ geboortedatum

Slide 11 - Quiz

04:34
Hoe heet een wachtkamer in het Duits?
A
Wartekammer
B
Wartezimmer

Slide 12 - Quiz

05:16
Wat betekent: Wie kann ich Ihnen helfen?

Slide 13 - Open question

05:33
Wat is het Duits woord voor "pijn"?

Slide 14 - Open question

05:42
mond heet in het Duits:

Slide 15 - Open question

05:53
Wat betekent het woord: Rücken

Slide 16 - Open question

06:11
Wat gaat de arts meten (=messen) in het oor?

Slide 17 - Open question

06:36
Wat betekent het woord: Erkältung

Slide 18 - Open question

06:50
Wat is het Duits woord voor de apotheek?

Slide 19 - Open question

06:57
Wat betekent het woord: Medikamente

Slide 20 - Open question

07:13
Hoe wens je iemand in het Duits beterschap toe?

Slide 21 - Open question

voor mijn Gesundheit ist Obst gut
A
vor meiner
B
für meiner
C
für meine
D
vor meinen

Slide 22 - Quiz

Deine Gesundheit ist wichtig.
wichtig =
A
mooi
B
belangrijk
C
maakt niet uit

Slide 23 - Quiz