This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
3.2 De verschijningsvormen van geld
LH4.ec1
Slide 1 - Slide
Planning
- Terugblik paragaaf 3.1 - Paragaaf 3.2
- Aan de slag!
- Terugblik en afsluiting
Slide 2 - Slide
Waarom zou directe ruil in de praktijk wederzijds voordeel kunnen bemoeilijken?Hoe ruilen we nu?
Slide 3 - Mind map
Welke afwegingen maak je bij ruilen over de tijd?
Slide 4 - Mind map
Huiswerk bespreken!
- Lees paragaaf 3.1 en maak de opdrachten 2,3,4,5,6,8 en 9.
Heb je vragen? steek je vinger op.
Slide 5 - Slide
Welke middelen werden vroeger gebruikt als geld?
Slide 6 - Mind map
Leerdoelen paragaaf 3.2
- Technische eisen van geld beschrijven.
- Het ontstaan van bankbiljetten beschrijven en het verband met fiduciair geld in de praktijk toelichten.
- Onderscheid maken tussen chartaal en giraal geld.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Technische vereisten van geld
- Deelbaarheid van geld
- Geld moet handzaam zijn
- Geld moet duurzaam zijn
- Niet gemakkelijk na te maken
- Goud en zilver vroeger, maar nu koper en zink
Slide 9 - Slide
Terug in de tijd..
- Edelmetalen
- Geldwissel (Document bij de bank)
- Zakenlieden
- Op reis met zoveel munten, dus veiliger en lichter
- Geldwissels minder vaak naar de bank, maar als betaalmiddel
Slide 10 - Slide
Fiduciair geld
- Vertrouwen in de waarde van geld
- Vroeger edelmetalen
- Niet meer ontleent aan het materiaal
Slide 11 - Slide
Verschijningsvormen van geld
- Fiduciair geld
- Chartaal geld
- Giraal geld
Slide 12 - Slide
timer
10:00
Vraagstuk: 'De Bitcoin als nieuwe verschijningsvorm van geld'. Ga in tweetallen op onderzoek uit naar hoe de bitcoin in de praktijk werkt. Beschrijf hierbij voor- en nadelen van deze verschijningsvorm, waarbij je de koppeling maakt met de stof uit deze paragaaf.
Slide 13 - Mind map
Aan de slag!
- Lees paragaaf 3.2 door en maak de opdrachten 2 T/M 9.
Heb je vragen? Steek je vinger op.
Slide 14 - Slide
Leerdoelen paragaaf 3.2
- Technische eisen van geld beschrijven.
- Het ontstaan van bankbiljetten beschrijven en het verband met fiduciair geld in de praktijk toelichten.
- Onderscheid maken tussen chartaal en giraal geld.