zindelen en woordsoorten

Vandaag:

- Zinsdelen
- Werkwoordsvormen
- Woordsoorten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WoordenschatBasisschoolGroep 7

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag:

- Zinsdelen
- Werkwoordsvormen
- Woordsoorten

Slide 1 - Slide

Welke zinsdelen ken je allemaal?

Slide 2 - Mind map

Zinsdelen
1.persoonsvorm 
2. werkwoordelijk gezegde 
3. onderwerp
4. lijdend voorwerp
(5. meewerkend voorwerp
6. bepaling van plaats en tijd)

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:

1. De zin vragend maken
2. De tijd in de zin veranderen
3. Het aantal in de zin veranderen

Slide 4 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Sturen jullie ook altijd Kerstkaarten?
A
jullie
B
Kerstkaarten
C
Sturen

Slide 6 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 7 - Open question

wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:

Zara heeft hard gefietst
A
hard gefietst
B
gefietst
C
heeft
D
heeft gefietst

Slide 8 - Quiz

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden in de zin?

Slide 9 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin:

Pim loopt naar school
A
loopt
B
Pim
C
school
D
naar

Slide 10 - Quiz

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?

Slide 11 - Open question

wat is het lijdend voorwerp in deze zin:

Tessa zingt een lied
A
zingt
B
lied
C
Tessa
D
een lied

Slide 12 - Quiz

Zinsdelen
1. werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden in een zin)
2. onderwerp (wie of wat + persoonsvorm)
3. lijdend voorwerp (wie of wat + Persoonsvorm + onderwerp)
4. Meewerkend voorwerp (aan wie/voor wie + onderwerp + lijdenvoorwerp)

Slide 13 - Slide

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
Zin:
Marjan
had
een mooi gedicht
geschreven. 

Slide 14 - Drag question

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
Gisteren
bracht
ze
een goed boek
voor mij
mee.

Slide 15 - Drag question

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
De ober 
heeft 
de jas
aan de klant 
gegeven. 

Slide 16 - Drag question

werkwoorden
- werkwoorden
- hulpwerkwoorden 
- voltooid deelwoord

Slide 17 - Slide

Het voltooid deelwoord

instructiefilmpje

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Hebben Anouk en Wendy de opdracht nog niet gemaakt?
A
Anouk en Wendy
B
Hebben
C
de opdracht
D
gemaakt

Slide 20 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Gisteravond hebben veel mensen naar het nieuwe programma gekeken.
A
gisteravond
B
hebben
C
gekeken
D
veel mensen

Slide 21 - Quiz

Welke woordsoorten ken je?

Slide 22 - Mind map

Woordsoorten
1. Lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
5. Voorzetsel
6. voegwoord
7. Werkwoord ( hulpwerkwoord en voltooid deelwoord)
8. Telwoord
9. rangtelwoord
10. persoonlijk voornaamwoord
11. bezittelijk voornaamwoord

Slide 23 - Slide

welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
zwemwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijknaamwoord

Slide 24 - Quiz

welk woordsoort is 'fiets'
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 25 - Quiz

welk woordsoort is 'grote'
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
Voorzetsel
D
zelfstandig naamwoord

Slide 26 - Quiz

zinsdelen
woordsoorten
onderwerp
lijdend voorwerp
telwoord
meewerkend voorwerp
werkwoordelijk
gezegde
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
voorzetsel
lidwoord

Slide 27 - Drag question

werkblad
maak zelfstandig de oefeningen nu zelf 

Slide 28 - Slide