Present Simplealways, never, often, regularly, sometimes, hardly ever.
Wanneer?
iets wat altijd, regelmatig of nooit gebeurt.
I live in London.
He works in Mumbai.
Present PerfectFYNE JAS
For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since.
Wanneer?
1. is gebeurd, maar het is niet belangrijk wanneer.
2. in het verleden begonnen, gaat nu nog door.
3. in het verleden gebeurd, nu nog resultaat.
4. net, of nog niet gebeurd.
I have lived in London for one year.
He has worked in Mumbai since 2015.