present simple/present perfect

1 / 11
next
Slide 1: Slide
Engels

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen:

  • Korte herhaling van Present Simple.
  • Korte herhaling van Present Perfect.
  • Opdrachten 29, 32, 33.
  • 15 minuten  voor de toets opdrachten.
  • Tips en Tops.

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog over de Present Simple?
Denk aan signaal worden, wanneer je het gebruikt en hoe je de Present Simple maakt.

Slide 3 - Mind map

The Present Simple:
Je gebruikt de Present Simple als iets: altijd, nooit of regelmatig gebeurd. 
Signaal woorden: always, never, often, usually, regulary, sometimes, hardly ever. 
Examples: 
  1. I live in London.
  2. He works in Amsterdam. 

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog over de Present Perfect?
Denk aan signaal worden, wanner je het gebruikt en hoe je de Present Perfect maakt.

Slide 5 - Mind map

The Present Perfect:
Je gebruikt de Present Perfect als je wil zeggen dat:
  1. Iets is gebeurd en niet belangrijk is wanneer.
  2. Iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat. In de zin staat dan vaak: since, for of in.
  3. Iets in het verleden is gebeurd waarvan je nu het resultaat ziet. 
  4. Iets net of nog niet is gebeurd. In de zin staan dan vaak woorden als: just, lately, recently en yet


Slide 6 - Slide

Voorbeelden: 
  • I have lived in London for one year.
  • He has worked in Amsterdam since 2015.
  • She hasn't/has not know him for a long time yet.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

We gaan aan de slag!
Ga aan de slag met de volgende opdrachten: 
32 van 4.4 doe deze opdracht eerst!
33 van 4.4
29 van 4.4
Ben je eerder klaar met deze opdrachten? Dan mag je aan je toets opdracht werken. De laatste 15 minuten mag je hier aan werken. 
Heb je vragen? Steek je hand op!
Voor de mensen in de zoom, laat een handje zien op je scherm zodat ik zie dat je een vraag hebt.

Slide 9 - Slide

Heb je Tips en Tops voor mij?
Of heb je Tips en Tops over de les?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide