breukentaal (2)

1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Breukentaal

Slide 2 - Slide

lesdoel
Vandaag gaan we verder met breuken taal. 
We gaan herhalen en oefenen wat een heel, een helft, een kwart en een achtste is. 

Slide 3 - Slide

Nog even herhalen!

Slide 4 - Slide

Breuken
Een breuk is iets dat gebroken is.
Dat kan zijn:

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

We weten ook dat een getal kunnen breken.


kijk maar

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Een gebroken getal noemen we een breuk.

Slide 10 - Slide

Met gebroken getallen kun je rekenen.

Slide 11 - Slide

Met gebroken getallen, dus breuken kun je:

Optellen
Aftrekken
Vermenigvuldigen
Delen

Slide 12 - Slide

De vorige les hebben we een start gemaakt met het breken van getallen.

Slide 13 - Slide

Pak je cirkels er maar bij

Slide 14 - Slide

hele cirkel (zonder breuken)

Slide 15 - Slide

De hele cirkel is gebroken in twee  helften.
Een helft noem je een tweede.

Slide 16 - Slide

De hele cirkel is gebroken in vier gelijke stukken. Ieder stuk noem je een kwart. Een kwart noem je ook een vierde.

Slide 17 - Slide

De hele cirkel is gebroken in acht gelijke stukken. Ieder stuk noem je een achtste. 
1
--
8

Slide 18 - Slide

Laten we oefenen.

Slide 19 - Slide

Hoe noem je het
groene gedeelte?
A
een heel
B
een halve
C
een kwart
D
een achtste

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je het
groene gedeelte?
A
een heel
B
een halve
C
een kwart
D
een achtste

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je het
witte gedeelte?
A
een heel
B
een halve
C
een kwart
D
een achtste

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je het
gedeelte dat
wordt weggehaald?
A
een heel
B
een halve
C
een kwart
D
een achtste

Slide 23 - Quiz

Ik eet twee pizzapunten
op. Hoeveelste deel heb
ik opgegeten.
A
een achtste
B
twee achtste
C
drie achtste
D
vier achtste

Slide 24 - Quiz

Ik eet vier pizzapunten
op. Hoeveelste deel heb
ik opgegeten.
A
drie achtste
B
vier achtste

Slide 25 - Quiz

Hoe noem je het
groene gedeelte?
A
een vierde deel (een kwart)
B
twee vierde deel (een halve)

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je het
groene gedeelte?
A
twee vierde deel
B
drie vierde deel

Slide 27 - Quiz

Hoe vind je het tot nu toe gaan. Vind je het moeilijk of makkelijk?
moeilijk
makkelijk

Slide 28 - Poll

Kun je aangeven wat je moeilijk vindt en wat je makkelijk vindt?

Slide 29 - Open question