01. RVV art 19 t/m 22

Welke stelling is juist?
A
De bestuurder moet in staat zijn motorvoertuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij alles kan overzien en vrij is.
B
De bestuurder moet in staat zijn voertuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is.
C
De bestuurder moet in staat zijn voertuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien.
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
verkeersopleidingenBeroepsopleiding

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welke stelling is juist?
A
De bestuurder moet in staat zijn motorvoertuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij alles kan overzien en vrij is.
B
De bestuurder moet in staat zijn voertuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is.
C
De bestuurder moet in staat zijn voertuig tot stilstand te kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien.

Slide 1 - Quiz

Binnen de bebouwde kom is de maximum snelheid 50 km/h.
Voor wie geldt dit?
A
Alle voertuigen
B
Alle motorrijtuigen
C
Alle motorvoertuigen

Slide 2 - Quiz

De maximumsnelheid binnen de bebouwde kom voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor is...?
A
Op de rijbaan 35 km/u.
B
Op de rijbaan 40 km/u.
C
Op de rijbaan 45 km/u.

Slide 3 - Quiz

De maximumsnelheid binnen de bebouwde kom voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor is...?
A
Op het fiets/bromfietspad 30 km/u.
B
Op het fiets/bromfietspad 35 km/u.
C
Op het fiets/bromfietspad 40 km/u.

Slide 4 - Quiz

De maximumsnelheid binnen de bebouwde kom voor gehandicaptenvoertuigen met motor op het trottoir of voetpad is?
A
6 km/h
B
9 km/h
C
12 km/h

Slide 5 - Quiz

zet de juiste maximumsnelheid bij de juiste weg:

- snelweg


- autoweg


- weg buiten de bebouwde kom

Slide 6 - Drag question

Zet de juiste maximum snelheid bij de juiste categorie:
binnen de bebouwde kom
buiten de bebouwde kom

Slide 7 - Drag question

De maximumsnelheid buiten de bebouwde kom voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor op de rijbaan is...?
A
35 km/h
B
40 km/h
C
45 km/h

Slide 8 - Quiz

De maximumsnelheid buiten de bebouwde kom voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor op het fietspad of het fiets/bromfietspad is…?
A
35 km/h
B
40 km/h
C
45 km/h

Slide 9 - Quiz

De maximumsnelheid voor kampeerwagens boven 3500 kg, vrachtauto`s en autobussen, niet zijnde T100 is...?
A
80 km/h
B
90 km/h
C
100 km/h

Slide 10 - Quiz

De maximumsnelheid voor T100 bussen is...?
A
Voor alle T 100 bussen 100 km/u.
B
Voor T 100 bussen met 2 assen 100 km/u en 3 assen 80km/u.
C
Voor T100 bussen met 3 assen 100 km/u en 2 assen 80 km/u.

Slide 11 - Quiz

Voor landbouw- of bosbouwtrekkers geldt per 01-01-2022 een maximumsnelheid van...?
A
40 km/u.
B
16 km/u.
C
25 km/u.

Slide 12 - Quiz

De maximumsnelheid voor brommobielen is...?
A
50 km/h
B
45 km/h
C
40 km/h

Slide 13 - Quiz

Welke motorvoertuigen mogen met aanhangwagen tot maximaal 3500 kg maximaal....        
sleep het voertuig het groene vak in.
90 km/h rijden
personenauto
bestelauto
motorfietsen
t-100 bussen
3 wielige motorvoertuigen
vrachtauto
autobussen

Slide 14 - Drag question

Welke motorvoertuigen mogen met aanhangwagen tot maximaal 3500 kg maximaal....        
sleep het voertuig het groene vak in.
80 km/h rijden
personenauto
bestelauto
motorfietsen
t-100 bussen
3 wielige motorvoertuigen
vrachtauto
autobussen

Slide 15 - Drag question