This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Dit is een weg.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 1 - Quiz
Weg
Voor openbaar verkeer open
Inclusief duikers en bruggen
Ook: paden, zijkanten en bermen
Slide 2 - Slide
Dit is een:
A
Voetganger.
B
Overige weggebruiker.
Slide 3 - Quiz
Weggebruikers
Overige weggebruikers * Bestuurders van voertuigen * Geleider van rij-, trek- of lastdieren
Voetgangers * Te voet, ook naast motorfiets, bromfiets of fiets * Skeelers/skateboard * Gehandicaptenvoertuig op trottoir/voetpad
Op overpad/trottoir: alleen voetgangers
Slide 4 - Slide
Welk van de onderstaande voertuigen is GEEN motorrijtuig?
A
Trein.
B
Trolleybus.
C
Bromfiets.
D
Snorfiets.
Slide 5 - Quiz
Motorrijtuigen (WvW)
Alle mechanisch voortbewogen voertuigen op wielen
Behalve: * Voertuigen langs spoorstaven bewogen * Fietsen met trapondersteuning
Slide 6 - Slide
Welk van de onderstaande voertuigen is geen motorvoertuig (RVV)
A
Bromfiets.
B
Trolleybus.
C
Auto.
D
Bus.
Slide 7 - Quiz
Motorvoertuigen (RVV)
=motorrijtuigen - bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen
Slide 8 - Slide
Een aanhangwagen is een voertuig die door een motorrijtuig getrokken wordt of kan worden. Een voertuig dat kan worden getrokken door een fiets valt niet onder de definitie van aanhangwagen.
A
Juist.
B
Onjuist.
Slide 9 - Quiz
Aanhangwagen
Voertuig
Voortgetrokken door voertuig
Of bestemd hiervoor
Slide 10 - Slide
Wat is waar over een voertuig?
A
Dit zijn alle gemotoriseerde vervoersmiddelen.
B
Dit zijn feitelijk alle zaken die bestuurd kunnen worden op de weg.
C
Dit kan een aanhangwagen zijn, maar geen fiets.
Slide 11 - Quiz
Voertuig
Fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens
Slide 12 - Slide
Bromfiets
Snorfiets
Hoort bij geen van beiden
<50 cc / 4kw
<50 cc / 4kw
<30 cc/ 2,5kw
<25 km/u
<45 km/u
<30 cc/ 2,5kw
Blauw kenteken
Geel kenteken
Speed pedelec
<30 km/u
Slide 13 - Drag question
Voertuig
Fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens