Rekenen met GEWICHT!

Lesplanning 
- Herhaling/Check-in
- Lesdoelen 
- Uitleg opdracht/ Back 2 work 
- Test jezelf / Check - out 

1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesplanning 
- Herhaling/Check-in
- Lesdoelen 
- Uitleg opdracht/ Back 2 work 
- Test jezelf / Check - out 

Slide 1 - Slide

Je lichaam haalt energie uit voedingsstoffen die in je eten zitten. Uit welke voedingsstoffen haal je energie?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Wat is subjectief en objectief?

Slide 4 - Open question

Volgorde van schoonmaken?

Slide 5 - Open question

Lesdoel
Aan het einde van de les:
Kunnen jullie een recept omrekenen.
Kunnen jullie de verschillende gewichten en inhoudsmaten herkennen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Rekenen met recepten
Waarom?
Wat is de aanpak?

Slide 8 - Slide

Back 2 work 
1. Pak je opdracht: Stap voor stap erbij
2. Maak een tabel: ingrediënt, aantal personen nu en het aantal 
personen die berekend moeten worden, 3 kolommen

Pasta voor 13 personen 
Saus 7 personen 

Slide 9 - Slide

1 kilo is
A
2 ons
B
4 pond
C
4 ons
D
2 pond

Slide 10 - Quiz

0,9 gram =
A
900 gram
B
9 gram
C
9000 gram
D
90 gram

Slide 11 - Quiz

0,05 kg
A
500 gram
B
50 gram
C
5 gram
D
0,5 gram

Slide 12 - Quiz

20 ons =
A
2 pond
B
200 gram
C
2 kilo
D
20 kilo

Slide 13 - Quiz

2 gram =
A
20.000 miligram
B
2000 miligram
C
200 miligram
D
20 miligram

Slide 14 - Quiz

80 gram=
A
8000 miligram
B
800 miligram
C
80.000 miligram
D
80 miligram

Slide 15 - Quiz

1 kilo=
A
100 gram
B
1000 gram
C
10.000 gram
D
100.000 gram

Slide 16 - Quiz

Bij twee supermarkten zijn er aanbiedingen. Supermarkt 1 heeft 250 gram kip voor 2,15 euro en bij Supermarkt 2 kost 100 gram kip 0,75 euro. Welke supermarkt is het goedkoopst?
A
supermarkt A
B
Supermarkt B

Slide 17 - Quiz

In een zak chips zit normaal altijd 500 gram. Nu krijg je 40% extra. Hoeveel gram zit er nu in?
A
500 gram
B
700 gram
C
200 gram
D
70 gram

Slide 18 - Quiz

Toen Nora werd geboren woog ze 4230 gram. Nu is de wijkverpleegkundige geweest en Nora weegt nu 6960 gram. Hoeveel gram is Nora zwaarder geworden?
A
2730
B
2720
C
2740
D
2750

Slide 19 - Quiz