Skelet en spieren

Skelet en spieren
Basisjaar '20/'21
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Skelet en spieren
Basisjaar '20/'21

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

 Aan het einde van deze les:
  • Kun je uitleggen hoe een bot is opgebouwd.
  • Kun je uitleggen hoe een gewricht is opgebouwd
  • Kun je de belangrijkste onderdelen van het skelet benoemen
  • Kun je de werking van de spieren uitleggen
  • Kun je verschillende spieren benoemen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al
van het skelet?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
502 botten
B
206 botten
C
351 botten
D
150 botten

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het Skelet
Ons skelet bestaat uit 206 botten

Functies:
  1. beweging (in samenwerking met spieren)
  2. steun en vorm
  3. bescherming van organen (bv ribben)
  4. Opslag van minerale en energie (calcium en vetopslag
  5. bloedcelproductie (rode beenmerg)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Botweefsel
  •  Aan de buitenkant bot zit hard botweefsel
  • Aan de binnenkant sponsachtig botweefsel. 
  • Rondom alle botten zit het botvlies.  
  • Gewrichten zijn bekleed met kraakbeen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het skelet van een mens zorgt voor stevigheid, bescherming, vorm geven aan het lichaam en mogelijk maken van bewegingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht  
Oefenen met het benoemen van de verschillende botten 
Hoe
Ga naar de volgende site: https://biologiepagina.nl/Brugklasnieuw/Bewegen/Oefenenskelet/oefenenskelet.htm
 Werk in tweetallen 
 Kies de juiste naam bij de verschillende botten 
Hulp
dat zal je leren
Tijd
15 minuten 
Uitkomst
Je hebt geoefend met het benoemen van de verschillende botten van het skelet 
klaar 
Top gedaan als je alle antwoorden gevonden hebt 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Gewrichten
Verbinding tussen twee of meer botten 
met elkaar, waardoor je kunt bewegen. 

Er zijn drie soorten botverbindingen:

  1. bindweefselverbindingen;
  2. kraakbeenverbindingen;
  3. synoviale gewrichten (beweeglijke gewrichten van het lichaam).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Wat? Benoem bij elk type gewricht 2 voorbeelden 
  • bindweefselverbindingen;
  • kraakbeenverbindingen;
  • synoviale gewrichten
Waar? Ga naar 'dat zal je leren' thema skelet, paragraaf 3.4
Tijd? 15 min

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Wat? Benoem bij elk type gewricht 2 voorbeelden 
  • bindweefselverbindingen;
  • kraakbeenverbindingen;
  • synoviale gewrichten
Waar? Ga naar 'dat zal je leren' thema skelet, paragraaf 3.4
Tijd? 15 min

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Werfelkolom
  • Draagt het gewicht van je lichaam 
  • Bepaalt je lichaamshouding (stevig en stabiel) 
  • Bestaat uit 33 (of soms 34) wervels. 
  • De wervelkolom biedt bescherming aan het ruggenmerg en de zenuwen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uit hoeveel wervels bestaat de wervelkolom?
A
33
B
26
C
38
D
30

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Tussenwervel
schijven 
  • Is de kraakbeenverbinding tussen twee wervels. 
  • Ze kunnen drukkrachten opvangen en werken dus als schokdemper. 
  • Ze zorgen voor dat de wer- velkolom kan bewegen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Uit welke wervels bestaat het tweede deel van de wervelkolom?
A
Halswervels
B
Lendewervels
C
Borstwervels
D
Vijf vergroeide wervels

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


De Spieren

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wist je dat ..... 
Spieren zwaarder zijn dan vet

 
Alleen je gezicht al ruim 30 spieren heeft

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Spieren
Spieren is weefsel dat in staat is om samen te trekken. Spieren kunnen worden ingedeeld in 3 groepen:
  1. skeletspieren (willekeurige bewegingen)
  2. gladde spieren (onwillekeurige bewegingen bv maag, blaas, slagaders)
  3. hartspieren

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen willekeurige- & onwillekeurige spieren

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel spieren span je aan bij het wandelen ?
A
201 spieren
B
200 spieren
C
203 spieren
D
50 spieren

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 
Wat? Zoek de volgende termen op
Hoe? internet

• Synergisten 
• Antagonisten 
• Spastisch
• Spieratrofie 
• Spierhypertrofie 
• Parese  en Hemiparese


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Termen 
Synergisten Spieren die (ongeveer) dezelfde beweging maken. Deze spieren versterken elkaar
Antagonisten twee spieren die samenwerken door het tegenovergestelde te doen BV tricep en biceps
Spastisch: plotseling onwillekeurig samentrekken van een of meerdere spieren
Spieratrofie is het dunner en minder krachtig worden van de spieren. Hierdoor ontstaat er krachtverlies (bv langdurig in gips)
Spierhypertrofie toenemen van spiervolume (krachttraining)
Parese is een gedeeltelijke verlamming van spieren
• Paralyse is volledig krachtverlies


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk Opdracht 
Wat? Zoek op welke spieren je bovenarm en onderarm doet bewegen, laat dit zien adhv plaatjes. Benoem of het synergisten of antogonisten zijn.
Waar? 'dat zal je leren' thema de spieren, paragraaf 4.4.2
boek pagina 66

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie

Slide 26 - Slide

Docent:

De gehele les evalueren