Vaktheorie - basis 4.1 t/m 4.5 (communiceren)

Vaktheorie






Hoofdstuk 4: Communicatie
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vaktheorie






Hoofdstuk 4: Communicatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is communicatie?

Slide 2 - Open question

Contact hebben met iemand anders en informatie met elkaar uitwisselen. Tijdens dat contact wordt een boodschap overgebracht aan de ontvanger. 
Communicatie
Verbaal en non-verbaal

Slide 3 - Slide

Contact hebben met iemand anders en informatie met elkaar uitwisselen. Tijdens dat contact wordt een boodschap overgebracht aan de ontvanger. 
Verbaal = met woorden
Non-verbaal = zonder woorden
Communicatiemiddelen






Online communicatiemiddel: 
  • Website
  • Snapchat
  • Whatsapp
Offline communicatiemiddel: 
  • Folder
  • Gesprek 
  • Poster

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ruis in de communicatie

Slide 5 - Mind map

Wat weet je over ruis in de communicatie?

Slide 6 - Video

Een voorbeeld van externe ruis.

Slide 7 - Video

Een voorbeeld van interne ruis. 
Een persoon legt de klemtoon verkeerd, waardoor er eigenlijk iets anders verstaan wordt. 
Interne ruis....
  1. Loop jij even naar de bank? 
  2. Ik ga even poepen.
  3.  Klop jij dat kleedje uit?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je ruis zoveel mogelijk voorkomen?

Slide 9 - Open question

  • Niet afspreken in lawaaiige omgeving
  • je tel wegleggen tijdens een gesprek
  • serieuze gesprekken op een gepaste plek
  • goed luisteren tijdens een gesprek
  • vooraf nadenken over wat je wilt zeggen, zodat je het op een goede manier overbrengt. 
Communiceren is lastig!
Dat jij gelijk hebt, betekent niet dat ik het verkeerd heb. Je hebt het nog niet van mijn kant bekeken.

Slide 10 - Slide

Wie kent de discussie: 
Dat heb je wel gezegd! Of: Dat heb je niet gezegd! 

Begrijp dat je hersenen zo gemaakt zijn dat ze niet alles goed op kunnen slaan. (is een lang verhaal, niet voor nu)
Communicatie
Verbaal en non-verbaal

Slide 11 - Slide

Op het moment dat je in zo'n discussie komt, denk dan aan het volgende: 
A: Heeft in zijn hoofd dat hij dit heeft gezegd.
B: heeft in zijn hoofd dat hij dit heeft gehoord. 

Het gaat er niet om wie er gelijk heeft, maar hoe je er samen voor kunt zorgen dat de boodschappen kloppen. 
Aan de slag! 
Hoofdstuk 4.1 tot en met 4.5 
Bladzijde 87 t/m 103

Alle opdrachten, behalve de opdrachten met een monitor.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions