What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
moeilijke woorden oefenen
Wat is de betekenis van Magnaat?
A
Groot bedrijf
B
Drugsbaron
C
Chemische stof
D
Machtige rijke stinkerd
1 / 18
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is de betekenis van Magnaat?
A
Groot bedrijf
B
Drugsbaron
C
Chemische stof
D
Machtige rijke stinkerd
Slide 1 - Quiz
Wat betekent pseudoniem?
A
anonieme persoon
B
schrijver
C
valse naam voor schrijver
D
citaat
Slide 2 - Quiz
Wat betekent: Citaat
A
geschreven tekst
B
gesproken tekst
C
geluiden
D
letterlijke uitspraak van iemand
Slide 3 - Quiz
Wat is de betekenis van: primeur?
A
prima voor elkaar
B
openbaar zijn
C
reclame maken
D
eerste bekendmaking van een nieuwtje
Slide 4 - Quiz
Synoniem van: detail
A
microscopisch
B
gedeelte
C
klein onderdeel
D
precies werk
Slide 5 - Quiz
betekenis van : klakkeloos
A
geloven
B
geloofwaardig
C
goedgelovig
D
zomaar aannemen zonder na te denken
Slide 6 - Quiz
synoniem/ betekenis van devies: Het devies is: wees mediawijs.
A
advies
B
idee
C
motto of leus
D
wet
Slide 7 - Quiz
censuur
A
controle op nieuws
B
verbod
C
media
D
tekst schrijven
Slide 8 - Quiz
kritisch
A
onderzoekend
B
geloven
C
streng
D
controleren
Slide 9 - Quiz
opzienbarend
A
overdreven
B
raar
C
wat grote opwinding opwekt
D
bijzonder
Slide 10 - Quiz
gangbaar
A
saai
B
rustig
C
vaak voorkomend
D
gewend
Slide 11 - Quiz
overeenkomstig
A
achterdocht
B
hetzelfde
C
nadelig
D
besluiten
Slide 12 - Quiz
recente
A
hier
B
nu
C
huidige
D
laat
Slide 13 - Quiz
De wind in de zeilen hebben
A
voor de wind varen
B
Voorspoed en geluk hebben
C
lekker dagje zeilen
D
hard vooruit gaan
Slide 14 - Quiz
de strijdbijl begraven
A
stoppen met houthakken
B
laten gaan
C
ruzie maken
D
De ruzie beëindigen
Slide 15 - Quiz
lief en leed delen
A
onenigheid bijleggen
B
eerlijk delen
C
hereniging
D
elkaar steunen in voorspoed en tegenspoed
Slide 16 - Quiz
niet ter zake doen
A
niet van belang zijn
B
niet belangrijk zijn
C
niet zakelijk zijn
D
geen zaken doen
Slide 17 - Quiz
A
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
brugklas woordenschat
November 2019
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Quiz woorden h/v 1, HS 1 + 2
September 2019
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Stilte doorstroomtoets
February 2024
- Lesson with
11 slides
Bronnen gebruik
Basisschool
Groep 8
Literatuur 2HV Woordnerd les 2
22 days ago
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3 - opdr 1
March 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Disk thema 8 spreekwoorden
September 2021
- Lesson with
23 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
6 feb: hw les 30 bespreken + les 43
February 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Tussenstop 1
September 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3