Met tarea 1.1 t/m 1.3 heb je de ingrediënten om iets te vertellen over je familie.
Werk in groepjes van 3 of 4 en vertel hoeveel broers en/of zussen je hebt.
Hoe heten ze? Hoe oud zijn ze? Heb je opa’s, oma’s? Heb je ooms en tantes? Hoeveel? Heb je neefjes en nichtjes? Hoeveel, hoe heten ze?