Aanhalingstekens 6.4.20 herhaling

doel:
We gaan leren wat aanhalingstekens zijn.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

doel:
We gaan leren wat aanhalingstekens zijn.

Slide 1 - Slide

Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingsteken
komma
punt
puntkomma
vraagteken

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Slide

Om welke 3 redenen kun je aanhalingstekens plaatsen?
A
bij een citaat
B
als je een woord extra aandacht wil geven
C
bij een naam
D
als je iets niet precies bedoelt zoals je het zegt

Slide 4 - Quiz

Hoe worden de aanhalingstekens in deze zin gebruikt?
De juf vraagt: "Wie wil voorlezen?"
A
om een citaat aan te geven
B
om een woord extra aandacht te geven
C
om aan te geven dat iets niet letterlijk bedoeld wordt

Slide 5 - Quiz

Hoe worden de aanhalingstekens in deze zin gebruikt?
Tjonge, wat ben je weer 'snel' klaar.
A
om een citaat aan te geven
B
om een woord extra aandacht te geven
C
om aan te geven dat iets niet letterlijk bedoeld wordt

Slide 6 - Quiz

In welke zin staan de aanhalingstekens goed? Eerst goed kijken voordat je kiest!
A
"Juf Anne zei": We gaan buiten spelen.
B
Juf Anne zei: "We gaan buiten spelen".
C
Juf Anne zei: "We gaan buiten spelen."
D
"Juf Anne zei: We gaan buiten spelen."

Slide 7 - Quiz

Hoe worden de aanhalingstekens in deze zin gebruikt?
Vandaag leren we over "de ijstijd."
A
om een citaat aan te geven
B
om een woord extra aandacht te geven
C
om aan te geven dat iets niet letterlijk bedoeld wordt
D
-

Slide 8 - Quiz

Hoe worden de aanhalingstekens in deze zin gebruikt?
Deze les gaat over 'bijwoorden'.
A
om een citaat aan te geven
B
om een woord extra aandacht te geven
C
om aan te geven dat iets niet letterlijk bedoeld wordt
D
-

Slide 9 - Quiz

Ik ben de aanhalingstekens vergeten!
Schrijf de zin goed op!
De meester roept: We gaan beginnen!

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide