This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Please pay attention to the word 'almost'.
Een synoniem heeft 'ongeveer' dezelfde betekenis. Soms is er een duidelijk verschil 'warm-hot', vaak is het een gevoelsmatig verschil 'beautiful-gorgeous'.
Goal
Aan het eind van de les weet je:
- Hoe synoniemen kunnen worden gebruikt.
- Hoe je je woordenschat kunt uitbreiden.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Slide 3 - Slide
Synoniemen herken je niet altijd meteen in de leesteksten en luisterfragmenten.
Als je denkt het juiste antwoord te hebben gevonden controleer je de betreffende alinea of het betreffende fragment.
Write down synonyms of the word: big
Slide 4 - Mind map
large
great
huge
giant
massive
vast
enormous
considerable
substantial
extensive
immense
spacious
gigantic
monumental (informal)
mammoth
bulky
burly
colossal
stellar (informal)
prodigious
humongous or humungous (informal)
sizable or sizeable
supersize
hulking
ponderous
voluminous
elephantine
ginormous (informal)
Slide 5 - Video
BBC Learning English
VOCABULARY: How to use synonyms
6 Minute Vocabulary - Improve your knowledge and use synonyms.
LINK
https://youtu.be/bdczLkc4Dns
Slide 6 - Video
Tips hoe je je woordenschat kunt uitbreiden door iets te doen wat je leuk vindt.
Extensief luisteren=
- films kijken op Netflix o.i.d.
- video's kijken op YouTube.
- Engelse ondertiteling aanzetten.
- podcasts luisteren.
LINK [2:39]
https://youtu.be/LTjzopM38iA
timer
3:00
Slide 7 - Slide
Gemiddeld 2:30 minuut per vraag.
Deze vraag bestaat uit drie onderdelen dus iets meer tijd.
Slide 8 - Slide
How to pay ...
Find answers in this paragraph.
Yes
device = card reader
Yes
paper Travelcard ticket
No
Hele zin lezen 'Show driver = paper ticket NOT Oyster card or Visitor Oyster card.
timer
2:00
Slide 9 - Slide
Gemiddeld 2:30 minuut per vraag.
Vorige vraag extra tijd gegeven, daarom deze vraag iets korter tijd.
Slide 10 - Slide
A = correct
'make one more journey' = 'complete the bus trip'.
B = not correct
'top up your credit before you can use your card again' so NOT 'when still on the bus.
C = not correct
'make one more journey'. It says nothing about getting off at the next stop.
timer
2:30
Slide 11 - Slide
Gemiddeld 2:30 minuten per vraag.
Lukt het in de gemiddelde tijd?
Vragen worden op volgorde gegeven. Dus de antwoorden op deze vraag zitten in de volgende alinea.
Slide 12 - Slide
A = true
your home address = where you live.
B = true
'a range of special promotions' = 'reduction on certain products and promotions'.
C = false
'the card costs £ 3' so NOT 'there is a £ 5 deposit ... which can be refunded'.
timer
2:30
Slide 13 - Slide
Gemiddeld 2:30 minuten per vraag.
Tijd over?
Laatste vraag gaat over laatste alinea.
Slide 14 - Slide
A = not correct
'... head to Trafalgar square or check any bus stop information board'. Read the whole sentence.
B = correct
'Night buses stop on request only' = 'do not stop automatically'.
C = not correct
'London's buses run throughout the night', the text says nothing about the underground.
Globaal
Je leest de kopjes en ELZA (eerste + laatste zin van de alinea's) en begrijpt waar de tekst over gaat.
Intensief
Je leest de vraag nauwkeurig. Je probeert zoveel mogelijk informatie die je leest te onthouden. Gebruik je digitale arceerstift.
Zoekend
Je gaat op zoek naar het antwoord op de vraag. Je weet wat je zoekt en kijkt of je in de tekst het antwoord kunt vinden. Daarna kijk je of je jouw antwoord ziet staan bij één van de gegeven antwoorden.