Aan het einde van de les..
1. kan jij de drie ontwikkelingsgebieden benoemen en toelichten
2. kan jij van ieder ontwikkelingsgebied een passend activiteit bedenken voor de doelgroep dreumes en peuters.
3. kan je het verschil tussen de fijne en grove motoriek uitleggen
4. kan je toelichten welke activiteit je op stage uitvoert en kan je het in een van de drie ontwikkelingsgebieden plaatsen.
5. kan jij je mening over deze werkvorm geven