ACTI les 1 BBL

1 / 28
next
Slide 1: Slide
ActiviteitenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welke w-vraag ontbreekt er naast ‘wie’, ‘wat’, ‘waar’, ‘wanneer’?
A
Waarom
B
Waardoor
C
Waarmee
D
Waartoe

Slide 6 - Quiz

Wat plaats je in een activiteitenplan?
A
Welke activiteit(en) je komende maand wil gaan doen en waar je op moet letten.
B
Hoe je een activiteit wil gaan doen en waar je op moet letten.
C
Welke activiteiten je tijdens het jaar wil doen en waar je op moet letten.
D
Hoe je een activiteit moet organiseren en wie en/of wat je daarvoor nodig hebt.

Slide 7 - Quiz

Waarom is het van belang om bij baby’s extra rekening te houden met de veiligheid van het speelgoed?
A
Een baby steekt alles in zijn of haar mond.
B
Als het speelgoed te groot is, kan de baby er niet mee spelen.
C
Als het speelgoed te klein is, kan de baby er niet mee spelen.
D
Een baby gooit van alles door de ruimte.

Slide 8 - Quiz

Met welk soort spel stimuleer je de motorische/lichamelijke ontwikkeling?
A
Exploratief spel.
B
Socialisatiespel.
C
Fantasiespel.
D
Bewegingsspel.

Slide 9 - Quiz

Met welk soort spel stimuleer je de motorische en verstandelijke/cognitieve ontwikkeling?
A
Exploratief spel.
B
Constructiespel.
C
Bewegingsspel.
D
Fantasiespel.

Slide 10 - Quiz

Welk ontwikkelingsgebied stimuleer je met socialisatiespel?
A
De sociaal-emotionele ontwikkeling.
B
De cognitieve ontwikkeling.
C
De motorische ontwikkeling.
D
De zintuiglijke ontwikkeling.

Slide 11 - Quiz

Met welk soort activiteiten stimuleer je de sociaal-emotionele ontwikkeling, de motoriek en de taal?
A
Fantasie en spelactiviteiten.
B
Creatieve en expressieve activiteiten.
C
Spel- en sportactiviteiten.
D
Beweeg en creatieve activiteiten.

Slide 12 - Quiz

Vanaf welke leeftijdsgroep gaan kinderen echt dansen?
A
Peuter
B
Kleuter
C
Schoolkind
D
Middelbare school

Slide 13 - Quiz

Waardoor leer je om alles wat je beleeft of wat je ziet op een creatieve manier te uiten en vorm te geven?
A
Beeldende vorming.
B
Dans.
C
Muziek.
D
Toneel en drama.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide