1. Nakijken (corriger) exercices 2c,8a,11 (als je dat nog niet gedaan had)
2. Maken (faire) in je boek
exercice 4b (gebruik eventueel p.16 bloc B)
exercice 6d (gebruik p.6)
3. Maken (faire) in je schrift:
exercice : Les jours + se présenter (zie stencil)