extra rekenen met redox: (redox)titratie

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

(Redox)titratie

Doorloop deze lessonup zelfstandig over redoxreactieds, titratie en redoxtitratie

Welk van de onderstaande reacties is een redoxreactie?

→

1. 2K(s)+Cl​2​​(g)→2KCl(s)
2. 2Al(s)+3Br​2​​(l)→2AlBr​3​​(s)
3. BaCl​2​​(s)→Ba​2+​​(aq)+2Cl​−​​(aq)
4. Ag​+​​(aq)+Cl​−​​(aq)→AgCl(s)

Welke van onderstaande reacties is een redoxreactie?

1. 
2. Mg+2H​+​​→Mg​2+​​+H​2​​
3. 
4. 

De reactievergelijking van de redoxreactie (reactie 1) staat hiernaast weergegeven.

Hoe herken je dat het hier inderdaad een redoxreactie is?

1. de lading van de calciumdeeltjes verandert doordat de calciumdeeltjes elektronen opnemen
2. de lading van de calciumdeeltjes verandert doordat de calciumdeeltjes elektronen afstaan
3. de lading van de zuurstofdeeltjes verandert doordat de calciumdeeltjes elektronen opnemen
4. de lading van de zuurstofdeeltjes verandert doordat de calciumdeeltjes elektronen opnemen

In een corrosie redoxreactie
is het metaal...

1. De reductor
2. De oxidator
3. Soms de reductor en soms de oxidator.
4. De reductor én de oxidator.

Kies de redoxreactie:

1. Ca​2+​​+2OH​−​​⟶Ca(OH)​2​​
2. 2H​3​​O​+​​+CO​3​2−​​⟶3H​2​​O+CO​2​​
3. 3O​2​​⟶2O​3​​
4. H​2​​+2Cu​2+​​⟶2H​+​​+2Cu​+​​

Welk deeltje zal als oxidator reageren in de redoxreactie?

1. H​2​​​​​O
2. SO​4​2−​​
3. Zn​2+​​
4. Cu​2+​​

Geef de reactievergelijking van de redoxreactie van aluminium en chloor.

Geef de totaalreactie van de redoxreactie van het roesten van ijzer

Aan een basische oplossing van natriumnitriet wordt een oplossing van kaliumpermaganaat toegevoegd.
Verloopt er een redoxreactie? Zo ja, geef de halfreacties.

Als ijzer(II)oxalaat wordt verwarmd, zal het ontleden in ijzer en koolstofdioxide. Stel de redoxreactie op. De halfreactie van oxalaat zul je zelf moeten opstellen.

Video titratie

Nu volgt er een video over basis titreren

Een oplossing van kaliumhydroxide (kaliloog) wordt getitreerd met een oplossing van waterstofchloride (zoutzuur). Voor de titratie van 8,00 mL kaliloog is 12,00 mL 0,024 M zoutzuur nodig. De reactievergelijking is: H3O+ + Cl- + K+ + OH- → 2 H2O + Cl- + K+
(zoutzuur) (kaliloog)

Bereken de molariteit van de kaliloog.

Video oefen PO redoxtitratie

Nu volgt een video over het oefen PO redoxtitratie

Wat wordt er bij een indirecte titratie bedoeld met een "onnauwkeurige overmaat"?

Noteer hier vragen voor de docent