Zinnen maken

Zin, woord, letter

De man loopt in het park. 
  • Hoeveel letters?
  • Hoeveel woorden?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zin, woord, letter

De man loopt in het park. 
  • Hoeveel letters?
  • Hoeveel woorden?

Slide 1 - Slide

Zinsdelen

De man / loopt / in het park. 
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar?

Slide 2 - Slide

Voorbeeld

De meisjes fietsen naar school. 
  • Wie?
  • Wat?
  • Waar (naartoe)?

Slide 3 - Slide

Voorbeeld


De meisjes / fietsen / naar school. 

Slide 4 - Slide

Belangrijk bij zinnen!
- Hoofdletters
- Punt of vraagteken 

waarom is jonas niet op school 

Slide 5 - Slide

Hoofdletters
- Eerste woord van de zin, eerste letter.
- Namen: Maria, Ali, Jansen
- Landen: Nederland, Eritrea, Somalië
- Steden: Amstelveen, Utrecht
- Talen: Nederlands, Arabisch

Slide 6 - Slide

Let op!
Schrijf zinnen met hoofdletters en punten.
Let op het werkwoord:
- De man loopt op straat.
- Ik loop naar huis.
- Zij lopen door het bos.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoeveel letters heeft dit woord?

gangkast
A
1
B
9
C
8
D
2

Slide 9 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Wij studeren op school.
A
3
B
19
C
4
D
1

Slide 10 - Quiz

Wat is het werkwoord in de zin?

Wij slapen graag.
A
wij
B
slapen
C
graag

Slide 11 - Quiz

Welke woorden moet met een hoofdletter?
ik woon in nederland.
A
ik & nederland
B
woon & nederland
C
ik & woon
D
nederland

Slide 12 - Quiz

Hoeveel woorden heeft de zin?

Sara en Hani zitten in dezelfde klas.


A
3
B
7
C
4

Slide 13 - Quiz