3V: Paragraaf 5.1 Wat heb je nodig?

Bedrijfseconomie 
Pincode Hoofdstuk 5 Investeren moet!
  1. Wat heb je nodig?                                 de balans
  2. Waar haal je het geld vandaan?     het vermogen
  3. Wat kost dat?                                          de kosten
  4. Ga je winst maken?                              de winst & verlies rekening
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie 
Pincode Hoofdstuk 5 Investeren moet!
  1. Wat heb je nodig?                                 de balans
  2. Waar haal je het geld vandaan?     het vermogen
  3. Wat kost dat?                                          de kosten
  4. Ga je winst maken?                              de winst & verlies rekening

Slide 1 - Slide

Bespreken opdracht 47

Slide 2 - Slide

Balans
Balans:
  • Bezittingen
        links van de balans
    
  • Schulden
        rechts van de balans
       

De balans is altijd in balans en is een momentopname!

Slide 3 - Slide

Debet (bezittingen=activa)
Vaste activa (langer dan 1 jaar mee)



Vlottende activa (korter dan 1 jaar)




Liquide middelen (geld)


Slide 4 - Slide

Balansposten
Wat is inventaris?



Wat is voorraad?


Slide 5 - Slide

Debiteuren en crediteuren
Debiteuren: dit zijn klanten waar je nog geld van krijgt. Het staat als bezit op de balans.

Crediteuren: dit zijn leveranciers waar jij als bedrijf nog geld aan moet betalen. Dit staat als schuld op de balans. 

Slide 6 - Slide

Bezittingen
Vaste activa                            gaan langer dan 1 jaar mee
  • bedrijfspand                   als je deze koopt!
  • bedrijfswagen               als je deze koopt!
  • inventaris
Vlottende activa                  gaan korter dan 1 jaar mee
  • voorraad goederen
  • debiteuren                      klanten die producten hebben gekocht maar nog niet hebben betaald

Liquide activa                       betaalmiddelen
  • bank
  • kas

Slide 7 - Slide

Maken opgave 1 t/m 10 blz. 136

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Waaruit bestaat een balans?
A
eigen en vreemd vermogen
B
kosten en opbrengsten
C
bezittingen en schulden
D
debiteuren en crediteuren

Slide 10 - Quiz

Welk onderdeel valt onder de activa van een balans?
A
eigen vermogen
B
voorraad goederen
C
banklening
D
crediteuren

Slide 11 - Quiz

Wat is een voorbeeld liquide activa?
A
bedrijfsauto
B
debiteuren
C
bank
D
banklening

Slide 12 - Quiz

Een klant betaalt een rekening per bank voor de geleverde goederen.

Welke gevolg heeft dit voor de balans?
A
de debiteuren worden hoger
B
de debiteuren worden lager
C
de bank wordt lager
D
het eigen vermogen wordt groter

Slide 13 - Quiz