Leestekst 2.4 De equo Troiano

Quid videtis ?
(antwoord in het Latijn)
1 / 38
next
Slide 1: Mind map
LatijnSecundair onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Quid videtis ?
(antwoord in het Latijn)

Slide 1 - Mind map

Het houten paard
Fessi bello Graeci ingentem equum ligneum aedificaverunt 
   fessus, -a, -um = vermoeid; ligneus, -a, -um = houten

et eum armatis militibus compleverunt.
   armatus, -a, -um = gewapend

Slide 2 - Slide

Sacrificium pro reditu simulaverunt.
   sacrificium, -i, onz. = offer; reditus, -us, m. = terugkeer; 
   simulare, -o = doen alsof

Deinde castra moverunt, ad insulam Tenedum navigaverunt
et in litore se condiderunt.
   Tenedus, -i, m. = Tenedus ;  se condere, -o =  zich verstoppen

Slide 3 - Slide

Ubi milites Graeci sunt?
A
In equo ligneo
B
In insulae litore
C
In castris
D
In urbe Troia

Slide 4 - Quiz

Postero die Troiani stupuerunt:
   stupere, -eo = verbaasd zijn
   quid = wat
   accidere, -o = gebeuren
   Mycenas = naar Mycene
   petere, -o = (terug)gaan

Slide 5 - Slide

De Grieken zijn hier!
De Trojanen denken dat de Grieken hier zijn
Het houten paard staat hier

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Ergo omnis urbs se longo luctu solvit:
   luctus, -us, m. = verdriet
Troiani portas panderunt,
   pandere, -o = openen
castra Graeca litusque relictum viderunt.
   relictus, -a, -um = verlaten

Slide 8 - Slide

Wat deden de Grieken?
A
Ze openden de poorten
B
Ze keerden terug naar Mycene
C
Ze zagen de verlaten kust
D
Ze bevrijdden zich van een lange rouw

Slide 9 - Quiz

Wat deden de Trojanen?
A
Ze openden de poorten
B
Ze keerden terug naar Mycene
C
Ze zagen de verlaten kust
D
Ze gaven Helena terug

Slide 10 - Quiz

Hic Graecorum manus manebant,
hic saevus Achilles tendebat,
   tendere, -o = kamperen
hic classibus locus erat, 
   classis, -is, m. = vloot (groep boten) 
hic certare solebant.
   certare, -o = strijden

Slide 11 - Slide

Imperfectum
Perfectum
manebant
tendebat
erat
solebant
panderunt
petiverunt
abierunt

Slide 12 - Drag question

Troiani curiosi ad ferum concurrerunt.
   curiosus, -a, -um = nieuwsgierig; ferum, -i, onz. = groot dier;  
   concurrere, -o = samenlopen
Alii molem magna admiratione adspexerunt et equum intra muros ducere voluerunt.
   moles, molis, m. = gevaarte; admiratio,
   admirationis, vr. = bewondering

Slide 13 - Slide

Troiani
Graeci
in litore se
condiderunt
castra viderunt
ingentem equum aedificaverunt
 portas panderunt
ad ferum
concurrerunt
equum intra muros
ducere voluerunt

Slide 14 - Drag question

In welke werken van
Homerus en Vergilius
staat dit verhaal ook alweer?

Slide 15 - Mind map

Laocoön komt tussen
Subito Laocoön, sacerdos Neptuni, ab arce decurrit

et procul clamavit:

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is het beroep van Laocoön
A
Priester van Juppiter
B
Priester van Neptunus
C
Koning van Troje
D
Leerkracht Latijn

Slide 18 - Quiz

Wat denkt Laocoön over het geschenk?
A
Hij denkt dat de Grieken naar huis zijn teruggekeerd
B
Hij denkt dat de Grieken niet naar huis zijn teruggekeerd
C
Hij denkt dat de Grieken niet te vertrouwen zijn
D
Hij denkt dat het paard echt een geschenk is

Slide 19 - Quiz

Post haec verba magna vi hastam in ferum iactavit.
   vis, (geen gen.), vr. = kracht; hasta, -ae, vr. = lans;
   iactare, -o = slingeren


Cavus equus gemitum dedit.
cavus, -a, -um = hol; gemitus, -us, m. = zucht

Slide 20 - Slide

Hastam in ferum iactavit.
Gemitum dedit.
'Equo non credo, Troiani!'
Hanc machinam Graeci contra moenia nostra fabricaverunt.

Slide 21 - Drag question

Het lot van Laocoön
Paulo post
Laocoön
ingentem taurum
ad sacram aram
mactabat.
   mactare, -o = slachten

Slide 22 - Slide

Ecce autem duo serpentes horridi
immensis orbibus 
per tranquillum mare
ad litus tendunt.
   serpens, serpentis, m./vr = slang; horridus, -a, -um =
   huiveringwekkend; immensus, -a, -um = onmetelijk;
   orbis, -is, m. = kronkel; tendere, -o = glijden

Slide 23 - Slide

Ibi parva duorum filiorum corpora implicant
   implicare, -o = omwikkelen
et membra lacerant.
   membrum, -i, onz. = ledemaat; lacerare, -o = verscheuren
Deinde miserum sacerdotem, qui eis auxilium ferebat,
   qui = die
constringunt.                     constringere, -o = omstrengelen


Slide 24 - Slide

Postea serpentes ad Minervae templum fugerunt.
      Troiani perterriti clamaverunt:
                                        perterritus, -a, -um = doodsbang
                       


   simulacrum, -i, onz. = beeld; intra + acc = binnen; laedere, -o  
   =  beschadigen; expendere, -o = boeten voor
'Laocoön, quia hasta equum sacrum laesit,   
scelus expendit.
Simulacrum intra moenia ducere debemus.'


Postea serpentes ad Minervae templum fugerunt.
      Troiani perterriti clamaverunt:

                                           perterritus, -a, -um = doodsbang   
simulacrum, -i, onz. = beeld; intra + acc = binnen;
laedere, -o =  beschadigen; expendere, -o = boeten voor

Slide 25 - Slide

Waarom moest Laocoön boeten volgens de Trojanen?
A
Omdat hij met zijn lans het heilige paard had beschadigd.
B
Omdat hij de slangen naar de tempel van Minerva had gestuurd.
C
Omdat hij hulp had geboden aan zijn 2 kleine zonen.
D
Omdat hij het beeld binnen de muren had gebracht.

Slide 26 - Quiz

Welke Latijnse woorden zie je weergegeven in de 'Laocoöngroep'?
A
Serpentes per mare ad litus tendunt
B
Serpentes filiorum corpora implicant
C
Serpentes membra lacerant
D
Serpentes sacerdotem constringunt

Slide 27 - Quiz

Het paard in de stad


Diviserunt muros, omnes molem in arcem traxerunt.
      dividere,-o: doorbreken
Scandit fatalis machina muros, plena armorum.
     scandere,-o: beklimmen

Slide 28 - Slide

Pueri puellaeque
sacra carmina canunt
equumque manu tangunt.


At media nocte
Graeci
omnibus navibus
a Tenedo
in litus renavigaverunt.

Slide 29 - Slide

Welke woorden zijn nominatief onderwerp?
A
omnes
B
fatalis machina
C
sacra carmina
D
litus

Slide 30 - Quiz

Graeci e latebris descenderunt,
   latebrae: schuilplaats
urbem invaserunt,
  
invadere,-o: binnendringen
vigiles ceciderunt.
   vigil, vigilis: wachter

Slide 31 - Slide

Accusatief
Genitief
Nominatief
Datief
Ablatief
BWB
NWD
MV
BVB
O
Graeci
latebris
urbem
vigiles

Slide 32 - Drag question

Postquam urbis portas aperuerunt, socios acceperunt.
       postquam: nadat;  socius: bondgenoot
Graeci urbem incenderunt,
multos viros crudeliter occiderunt
mulieresque servas abduxerunt.

Slide 33 - Slide

Wat was het lot van de Trojaanse vrouwen en mannen?
A
Ze werden wreed gedood.
B
Ze werden weggevoerd als slaven.
C
Ze staken de stad in brand.
D
De mannen werden gedood, de vrouwen niet.

Slide 34 - Quiz

Je krijgt 2 minuten tijd om
alle PV's en alle substantieven in de nom enk
bij mekaar te tellen...
timer
2:00

Slide 35 - Slide

Wat is je antwoord?
A
17
B
22
C
15
D
geen van deze

Slide 36 - Quiz

Dit was het juiste antwoord:
        14
PV's
  + 1 substantief in de nom enk  =   15

Slide 37 - Slide

Wat betekent:
‘Met die projectontwikkelaar heeft het bedrijf
het paard van Troje binnengehaald’?

Slide 38 - Open question